Onbemand onderzoek van de maan

artikel_nvr_2006_4_maan
© NVR

In 2006 is het alweer dertig jaren geleden dat de laatste zachte landing op onze naast buur in het heelal plaatsvond. De onbemande Russische Luna-24 kwam terecht in Mare Crisium, schepte 170 gram bodemmateriaal op en keerde vervolgens terug naar de aarde. Met deze vlucht kwam een einde aan een lange periode die al eind jaren vijftig begonnen was en waarin een grote hoeveelheid zowel onbemande als bemande ruimtetoestellen naar de maan werden gezonden. Hoewel er tijdens deze missies veel nuttig wetenschappelijk onderzoek werd verricht, lag de nadruk toch vooral op het ondersteunen van de Amerikaanse en Russische bemande maanprogramma’s in de jaren zestig. Pas in de jaren negentig vlogen er weer enkele sondes langs of naar de maan, en meer recentelijk ontwikkelen steeds meer landen zoals India en China hun eigen maanmissies.

Dit artikel verscheen in Nummer 2006-4 van Ruimtevaart.

Externe brandstoftank shuttle nog steeds een probleem

artikel_nvr_2006_3_shuttle_tank
© NVR

Van 1 tot 19 juli is dan eindelijk de lancering gepland van de Discovery voor wat pas de tweede vlucht van een spaceshuttle is sinds het ongeluk met de Columbia in februari 2003. Tijdens de voorgaande lancering, in juli 2005, bleek dat er nog steeds stukken isolatiemateriaal van de externe brandstoftank kunnen losraken en als zodanig een gevaar vormen voor het hitteschild van de shuttle. Sindsdien zijn er nog extra wijzigingen in de externe tank aangebracht zodat de situatie nu veiliger is, maar NASA geeft toe dat het probleem met het losrakende isolatiemateriaal nooit helemaal verholpen zal kunnen worden in het bestaande shuttle ontwerp waarbij de shuttle aan de zijkant van de externe brandstoftank gemonteerd zit.

Dit artikeltje verscheen in Nummer 2006-3 van het blad Ruimtevaart.

Op weg naar de grenzen van het zonnestelsel

artikel_nvr_2006_2_new_horizons
© NVR

Iedereen geboren na 1930 zal met grote waarschijnlijkheid tijdens zijn of haar basisschooljaren hebben geleerd dat er negen planeten rond de zon draaien. In 1930 werd namelijk de planeet Pluto ontdekt door de in 1997 overleden Amerikaanse astronoom Clyde Tombaugh. Pluto is tot op de dag van vandaag als enige planeet nog niet van dichtbij door een ruimtesonde onder de loep genomen. Daar gaat nu verandering in komen met de lancering van de New Horizons missie. Maar is Pluto eigenlijk wel een planeet?

Dit artikel verscheen in Ruimtevaart, Nummer 2006-2.

 

21ste eeuw: De mensheid verkent het zonnestelsel

artikel_nvr_2005_5_21eeuw
© NVR

Toen de Apollo-17 astronauten hun laatste voetafdrukken in de stoffige maanbodem achterlieten, was de algemene opinie dat de eerste mensen ergens in de jaren tachtig voet op Mars zouden zetten. NASA zou met de spaceshuttle goedkoper en meer frequent toegang tot een lage baan om de aarde krijgen. Vanuit een groot ruimtestation zouden de maan en de planeten immers efficiënter en makkelijker te bereiken zijn.

Dit artikel verscheen in Nummer 2005-5 van Ruimtevaart.

 

 

Voyager-1 bereikt de heliopause

artikel_nvr_2005_3_voyager
© NVR

De Voyager-1 heeft op 16 december 2004 eindelijk de heliopauze bereikt. Dit is het gebied waar de zonnewind overgaat in gassen die de interstellaire ruimte vullen. De sonde bevond zich toen op een afstand van 14,1 miljard kilometer van de zon en is daarmee het verst van de aarde verwijderde ruimtevaartuig. Na het enerverende onderzoek van de grote planeten Jupiter en Saturnus in de jaren zeventig en tachtig begint er een nieuw interessant wetenschappelijk hoofdstuk in het leven van de nu 28 jaar oude sonde.

Dit artikeltje verscheen in Ruimtevaart, nummer 2005-3.

 

Assemblage ISS weer hervat

artikel_nvr_2005_2_iss
© NVR

Dit jaar komt er eindelijk een einde aan de meer dan twee jaren durende impasse rond de constructie van het International Space Station (ISS) sinds het ongeluk met de shuttle Columbia in februari 2003. Toch zal er geen sprake kunnen zijn van eenvoudigweg de eerder geplande activiteiten in de Amerikaanse ruimtevaart te hervatten. Zo zal de shuttle nu nog alleen gebruikt worden ten behoeve van de afbouw van het ISS, en wellicht nog belangrijker, de lancering van de Europese en Japanse modules, waarmee de Verenigde Staten hun belangrijke, nog openstaande verplichtingen naar deze internationale partners zullen inlossen.

Dit artikel verscheen in Nummer 2005-2 van het blad Ruimtevaart.