Bericht uit de ruimte – Nummer 8

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Op maandag 3 december voerden Dezhurov en Tyurin een ruimtewandeling uit om het object te verwijderen dat verhinderde dat de bevoorradingscapsule Progress M1-7 aan het ISS kon koppelen. De twee ruimewandelaars gebruikten de Pirs luchtsluis en begaven zich naar de achterkant van de Zvezda module waar de Progress was aangekoppeld. Daar aangekomen ontdekten ze een rubbere O-ring die zich over de gehele omtrek van het koppelmechanisme uitstrekte. De ring was losgeraakt van de vertrekkende Progress M-45 op 22 november. Met een mes sneden de kosmonauten de O-ring door waardoor het koppelmechanisme weer beschikbaar was voor de Progress M1-7. Vervolgens konden de vluchtleiders zonder problemen de Progress een hechte koppeling met het ruimtestation tot stand laten brengen. Het ruimtelijk uitstapje had 2 uur en 55 minuten geduurd, veel korter dan de vijf uur die vluchtleiders eerder voor deze reparatie hadden gepland.

Na een dag vertraging wegens het slechte weer, vertrok op woensdag 5 december de shuttle Endeavour vanaf Kennedy Space Center voor STS-108. Dit was alweer de 107-de vlucht van een shuttle sinds het programma begon in april 1981, en de twaalfde vlucht ten behoeve van het International Space Station. De Endeavour bracht de vierde expeditie, bestaande uit de Rus Yuri Onufrienko en de Amerikanen Carl Walz en Daniel Bursch naar het ruimtestation. Verder waren de astronauten Dominic Gorie (commandant), Mark Kelly (piloot), Linda Godwin en Daniel Tani aan boord van de shuttle. Twee dagen na de lancering koppelde de Endeavour aan de Destiny module van het ISS. Later die dag namen Onufrienko, Walz en Bursch hun intrek in het ruimtestation, terwijl de oude stambemanning officieel overstapte naar de shuttle.

Op 8 december werd de logistieke module Raffaello uit het vrachtruim van de Endeavour gehaald en aan de Unity module gekoppeld. Vervolgens konden de astronauten in hemdsmouwen Raffaello binnengaan en beginnen met het uitladen van voorraden en experimenten die door de vierde expeditie gebruikt zullen worden.

Tijdens deze shuttlevlucht lag de nadruk op logistieke activiteiten, maar toch werd er een ruimtewandeling gemaakt. Op 10 december maakten shuttle astronauten Linda Godwin en Dan Tani een ruimtelijk uitstapje van 4 uur en 11 minuten. Hun belangrijkste taak was het aanbrengen van thermische dekens rond de motoren van de grote Amerikaanse zonnepanelen van het station. Deze motoren zorgen ervoor dat de zonnepanelen op de zon gericht blijven, ongeacht de oriëntatie van het ruimtestation. Hiervoor moesten de twee ruimtewandelaars naar de top van het P6-Truss, waar ze een geweldig uitzicht hadden op het ISS en de aangekoppelde shuttle. Kort voordat ze de luchtsluis van de shuttle weer binnengingen, monteerden ze nog extra containers met gereedschappen op de buitenkant van de Destiny module van het station. Deze gereedschappen zullen gebruikt worden in april 2002 als het S0-Truss element geïnstalleerd zal worden. Het S0-Truss is het centrale deel van de 108-meter lange balk waaraan de grote zonnepanelen gemonteerd zullen worden.

Op 14 december was men klaar met het uitladen van Raffaello en werd de module teruggeplaatst in het vrachtruim van de shuttle. Een dag later namen de astronauten afscheid van elkaar en ontkoppelde de shuttle van het ISS, dat nu bewoond werd door Yuri Onufrienko, Carl Walz en Daniel Bursch. De Endeavour landde op 17 december om 17:55 uur op de betonnen baan van het Kennedy Space Center. Voor Culbertson, Dezhurov en Tyurin begon de hernieuwde kennismaking met de aardse zwaartekracht na 129 dagen gewichtsloosheid.

Kunstmanen en satellieten

Drie Uragan (het Russische woord voor wervelstorm) satellieten voor het Glonass navigatienetwerk werden op 1 december gelanceerd door een Proton-K raket vanaf de basis Baykonur. Twee satellieten waren nog van het oude Uragan ontwerp, de derde was een splinternieuwe Uragan-M. De Uragan-M heeft een langere levensduur dan het oorspronkelijke ontwerp, die ongeveer drie jaar meeging. Nadat de satellieten in een elliptische baan waren afgeleverd door de Proton, gebruikten ze hun eigen motor om in een cirkelvormige baan op 19.100 kilometer hoogte te komen. De drie satellieten draaien in een vlak die een hoek van 64,8 graden met de evenaar maakt. De satellieten kregen een nummer in de allesomvattende Kosmos-reeks: namelijk nummertje 2380 tot en met 2382. Glonass is het Russische equivalent van het Amerikaanse Navstar navigatienetwerk.

Op 7 december vertrok vanaf de basis Vandenberg aan de westkust van de VS, een Delta-2 raket met twee satellieten aan boord: Jason-1 en TIMED. Jason-1 is een gezamenlijke onderneming tussen de Franse ruimtevaartorganisatie CNES en NASA. Aan boord van de Jason-1 is een Poseidon zeeniveau meter, instrumenten om de baan van de satelliet te bepalen, en een microgolf radiometer voor het vaststellen van de hoeveelheden waterdamp boven zee. De 472 kilogram wegende satelliet zit in een baan tussen 1320 en 1330 kilometer hoogte onder een hoek van 66,0 graden met de evenaar.
De tweede satelliet aan boord van de Delta raket, TIMED van NASA, onderzoekt de interactie tussen de zon en de aarde. De nadruk ligt hierbij op de thermosfeer, mesosfeer en lagere ionosfeer, waarbij de zonnewarmte, atmosferische samenstelling, soortelijke warmte, temperaturen en windrichtingen worden vastgelegd. De satelliet weegt 587 kilogram en zit in een baan tussen 627 en 640 kilometer onder een hoek van 74,1 graden met de evenaar.

Op 10 december werd het eerste exemplaar van de verbeterde meteorologische satelliet Meteor-3M gelanceerd met een Zenit-2 raket vanaf de Baykonur in Kazachstan. De Meteor-3M volgt satellieten op die gebasseerd zijn op het Meteor-3 ontwerp, voor het eerst gelanceerd in 1984. Meteor-3M-1 heeft een massa van ongeveer 2500 kilogram en bevindt zich in een baan tussen 996 en 1015 kilometer onder een hoek van 99,7 graden, zodat de baan nagenoeg over de polen loopt.
Met de Meteor-3M-1 kwamen ook vier microsatellietjes in een baan om de aarde. De Badr-B is de tweede satelliet van Pakistan, weegt 70 kilogram en heeft een aardobservatiecamera aan boord.
Maroc-Tubsat werd gebouwd door de Technische Universiteit van Berlijn voor de Centre Royal de Teledetection Spatiale van Marokko en heeft een massa van 45 kilogram.Ook Maroc-Tubsat heeft een aardobservatiecamera aan boord en een communicatie experiment.
Kompas is een Russische satelliet, gebouwd door Makeev voor het geofysisch instituut Izmiran. Kompas weegt 80 kilogram en is uitgerust met een magnetometer en sensoren voor het opsporen van aardbevingen.
De 8 kilogram zware Reflektor is gebouwd door NII KP in Rusland en heeft de studie van ruimteafval tot doel. Deze studies worden uitgevoerd in samenwerking met de luchtmacht van de Verenigde Staten.

Een Russische electronische afluistersatelliet, Kosmos-2383, werd op 21 december gelanceerd door een Tsiklon-2 raket vanaf de basis Baykonur. De tweetraps Tsiklon-2 raket werd afgeleid van de R-36 ICBM, in massa geproduceerd tijdens de Koude Oorlog. De Kosmos-2383 kwam in een cirkelvormige baan op 410 kilometer boven het aardoppervlak. De hoek met de evenaar is 65 graden, zodat een groot gedeelte van het bewoonde aardoppervlak door de satelliet bestreken wordt.

Het zonnestelsel in

Op 28 december 2001 bevond de Mars Odyssee zich in een baan tussen 99 en 2951 kilometer boven het Marsoppervlak. De hoek van de baan met de Martiaanse equator bedroeg 93 graden, zodat de baan nagenoeg over de polen liep. Elke omloop, als de Odyssee de planeet het dichtst naderde (het zogenaamde periapsis), werd zij door de atmosferische weerstand iets afgeremd zodat het verste punt van de baan (apoapsis) steeds dichter bij Mars kwam te liggen.

Op 11 januari lag dat verste punt op nog maar 500 kilometer boven het oppervlak. De Odyssee ontstak kleine raketten waardoor het periapsis boven de atmosfeer kwam te liggen. Na deze manoeuvre bevond de Odyssee zich in een baan tussen 201 en 500 kilometer, terwijl de hoek met de evenaar de gehele tijd dezelfde was geweest. Door het luchtremmen heeft de sonde meer dan 200 kilogram brandstof bespaard. De komende maanden zal de Odyssee haar stuurraketten nog enkele malen ontsteken om in april haar definitieve observatiebaan op 400 kilometer hoogte te bereiken.

Recente lanceringen

Datum

Tijd

Satelliet

Draagraket

Lanceerplaats

Opmerkingen

IntNat. Nr.

26 Nov

18:24

Progress M1-7

Soyuz-FG

Baykonur

Logistiek

2001-051A

27 Nov

00:35

DirecTV-4

Ariane-44LP

Kourou

Communicatie

2001-052A

1 Dec

18:04

Kosmos-2380
Kosmos-2381
Kosmos-2382

Kosmos-K

Baykonur

Navigatie
Navigatie
Navigatie

2001-053A
2001-053B
2001-053C

5 Dec

22:19

Endeavour STS-108
MPLM-Raffaello

Shuttle

KSC

Ruimteveer
Logistiek

2001-054A

7 Dec

15:07

Jason-1
TIMED

Delta-2

Vandenberg

Oceanografie
Meteorologie

2001-055A
2001-055B

10 Dec

17:19

Meteor-3M-1
Badr-B
Maroc-Tubsat
Kompas
Reflektor

Zenit-2

Baykonur

Meteorologie
Aardobservatie
Aardobservatie
Wetenschap
Technologie

2001-056A
2001-056B
2001-056C
2001-056D
2001-056E

21 Dec

04:00

Kosmos-2383

Tsiklon-2

Baykonur

Militair

2001-057A