Bericht uit de ruimte – Nummer 12

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Het ISS wordt momenteel bewoond door de Rus Yuri Onufrienko en de Amerikanen Carl Walz en Daniel Bursch. Samen vormen ze de vierde expeditie die sinds december vorig jaar aan boord van het ruimtestation is.
Op 20 februari maakten Walz and Bursch een ruimtewandeling. Voor het eerst gedurende deze expeditie werd de Amerikaanse luchtsluismodule Quest gebruikt (de twee eerdere ruimtewandelingen vonden plaats vanuit de Russische Pirs). Beide ruimtewandelaars droegen dan ook Amerikaanse ruimtepakken. Gedurende de zes uur durende ruimtewandeling werden kabels en thermische dekens geïnstalleerd, dit ter voorbereiding van de installatie van het S0-Truss tijdens shuttle missie STS-110. Ook werd het functioneren van de luchtsluis getest, omdat tijdens de twee eerdere ruimtewandelingen vanuit Quest in juli 2001 enkele kleine probleempjes aan het licht waren gekomen. Maar met de vernieuwde procedures werkte alles goed en kan de luchtsluis gebruikt worden gedurende de volgende assemblagemissies.

Op 1 maart werd de oudste shuttle Columbia gelanceerd met zeven astronauten aan boord: commandant Scott Altman, piloot Duane Carey, en missie specialisten John Grunsfeld, Nancy Currie, Richard Linnehan, James Newman en Michael Massimino. Dit was de eerste shuttle vlucht in twee jaar die niets met het ISS programma te maken had. De astronauten zetten namelijk koers naar de Hubble ruimtetelescoop om deze aan een grote onderhoudsbeurt te onderwerpen. De Hubble werd in april 1990 in een baan om de aarde gebracht door de space shuttle Discovery. In 1993, 1997 en 1999 voerden shuttle bemanningen onderhoud en reparaties uit.
Kort nadat de Columbia in haar baan om de aarde was gekomen werd er een probleem ontdekt in het koelsysteem van de shuttle. Waarschijnlijk was er een verstopping ontstaan ergens in een van de radiatoren aan de binnenkant van de vrachtdeuren. Die radiatoren stralen de door apparatuur ontwikkelde warmte uit en voorkomen zo oververhitting. De verstopping had tot gevolg dat minder freon door de radiator stroomde en dat er dus minder warmte werd uitgestraald. Na een dag de situatie aangekeken te hebben en het probleem niet erger geworden was, besloot NASA dat de vlucht toch door kon gaan.
Twee dagen na de lancering vond de ontmoeting met de Hubble plaats. De Columbia vloog naast de ruimtetelescoop terwijl astronauten met de robotarm de Hubble vastpakten. Vervolgens werd de telescoop op een speciale tafel achter in het vrachtruim van de shuttle geplaatst en verankerd.
De eerste ruimtewandeling, er zouden er nog vier volgen, vond plaats op 4 maart. Ruimtewandelaars Grunsfeld en Linnehan maakte een ruimtelijk uitstapje van 7 uur en 1 minuut. Gedurende deze wandeling vervingen ze het zonnepaneel aan de stuurboordszijde van de Hubble. Het originele paneel was oprolbaar, terwijl het nieuwe uit twee panelen bestond die opengeklapt moesten worden. Het nieuwe paneel is stijver en men verwacht dat dit minder spanningen geeft als de Hubble in of uit de aardschaduw beweegt. Ook leveren de nieuwe panelen meer energie ook al zijn ze een derde kleiner. Het verwijderen van het oude paneel en de installatie van het nieuwe paneel verliep zonder problemen.
Een dag later gingen astronauten Newman en Massimino naar buiten. Tijdens hun 7 uur en 16 minuten durende ruimtewandeling vervingen ze het zonnepaneel aan de bakboordszijde van de Hubble en een van de gyroscopen. Ook werden nog enkele thermische dekens verwijderd zodat men tijdens latere ruimtewandelingen beter bij de apparatuur kan.
Op 6 maart vond de meest ingewikkelde ruimtewandeling gedurende deze shuttlevlucht plaats. Grunsfeld en Linnehan vervingen de Power Control Unit (PCU) van de Hubble. De PCU distribueert alle electriciteit afkomstig van de zonnepanelen naar de verschillende instrumenten. Toen in de jaren zeventig de Hubble ontworpen werd, lag het niet in de bedoeling de PCU tijdens een ruimtewandeling uit te wisselen. Maar in 1993 identifeerden technici een potentieel probleem in de PCU dat kon resulteren in het compleet falen van het electrische systeem, zodat de installatie van een nieuwe PCU noodzakelijk werd. Voor het uitwisselen van de PCU moest de Hubble voor het eerst in twaalf jaar helemaal uitgeschakeld worden. Vervolgens begonnen de ruimtewandelaars met het een voor een losschroeven van 36 electrische connectoren; een taak die niet makkelijker gemaakt werd door de dikke handschoenen van de ruimtepakken en de zeer geringe werkruimte om de PCU heen. De oude PCU kon zonder problemen verwijderd worden, waarna de nieuwe PCU in de plaats van de oude kwam. De 36 connectoren werden weer een voor een vastgeschroefd. Een spannend moment brak aan toen de Hubble weer aangezet werd, maar een eerste test liet zien dat de nieuwe PCU naar behoren werkte. Na een ruimtewandeling van 6 uur en 48 minuten zat het karwei erop en konden Grunsfeld en Linnehan weer naar binnen gaan.
De volgende dag was het weer de beurt aan Newman en Massimino die een ruimtewandeling van 7 uur en 30 minuten maakten. Gedurende dit uitstapje plaatste het tweetal de Advanced Camera for Surveys in de ruimtetelescoop. De nieuwe camera is vijf maal gevoeliger en levert een twee maal zo hoge resolutie als eerdere instrumenten in de telescoop.
De laatste ruimtewandeling vond plaats op 8 maart en werd uitgevoerd door Grunsfeld en Linnehan. Nu installeerden ze een nieuw koelsysteem voor de infraroodcamera van de Hubble. Het originele koelsysteem was defect geraakt in 1995 waardoor waarnemingen in het infrarode gebied van het spectrum onmogelijk werden. Ook deze ruimtewandeling werd zonder noemenswaardige problemen afgesloten.
De vlucht van de Columbia zat er nu bijna op. Op zaterdag 9 maart werd om 10:04 uur GMT de Hubble weer uitgezet in zijn baan. De Columbia vloog vervolgens een ‘inspectierondje’ om de ruimtetelescoop en verwijderde zich vervolgens tot op een veilige afstand. De landing van de Columbia staat op het moment van schrijven gepland voor dinsdag 12 maart om 9:30 uur GMT.

Op 4 april zal de shuttle Atlantis gelanceerd worden voor missie STS-110. Gedurende deze elfdaagse vlucht zal de S0-Truss (het centrale deel van de grote balk voor de zonnepanelen) met de Mobile Transporter aan het ISS bevestigd worden. De zeven astronauten aan boord van de shuttle zullen het eerste bezoek zijn voor de Expeditie-4 die nu aan boord van het station is.

Op 20 februari was het precies veertig jaar geleden dat John Glenn als eerste Amerikaan een drietal rondjes rond de aarde draaide. Zijn ruimtevlucht in de Mercury-Atlas 6 duurde 4 uur en 55 minuten. Een jaar eerder hadden twee van zijn collega’s al ruimtesprongen tot 180 kilometer hoogte gemaakt, maar de vlucht van Glenn wordt algemeen beschouwd als de eerste echte bemande ruimtevlucht van een Amerikaan.

Kunstmanen en satellieten

De tweede Atlas-3 raket werd gelanceerd vanaf Cape Canaveral in Florida op 21 februari. In tegenstelling tot de eerste lancering van een Atlas-3 in mei 2000, beschikte deze raket over een verlengde Centaur trap, waardoor de raket de aanduiding ‘Atlas-3B’ kreeg om hem te onderscheiden van zijn voorganger. De Centaur wordt al meer dan dertig jaar gebruikt als bovenste trap van diverse modellen Atlas en Titan raketten. Beide raketfamilies worden gebouwd door Lockheed Martin.
De Centaur van de Atlas-3B is 1,65 meter langer dan zijn voorganger en kan dus meer brandstof meenemen. Hierdoor is de Atlas-3B in staat ongeveer 450 kilogram meer lading in de ruimte te brengen. Deze nieuwe ‘Common Centaur’ zal ook gebruikt worden op alle versies van de nieuwe Atlas-5 raket, die in mei voor het eerst zal vliegen. Lockheed Martin meldde dat met de succesvolle vlucht van de Atlas-3B 85 procent van alle onderdelen van de Atlas-5 getest zijn gedurende een echte lancering. Zo gebruikt de Atlas-5 ook dezelfde motoren in de eerste trap als de Atlas-3, namelijk de Russische RD-180.
Bij deze lancering was een commerciële lading aan boord, namelijk de communicatie satelliet Echostar-7. Deze door Lockheed Martin gebouwde satelliet, met een massa van bijna vier ton, werd in een geostationaire baan boven de evenaar op 119 graden Westerlengte geplaatst. Echostar-7 zal pay-TV uitzendingen gaan verzorgen voor abonnees van het Dish Network in de Verenigde Staten.

Op 23 februari bracht een Ariane-4 raket de communicatiesatelliet Intelsat-904 in de ruimte. Hiervoor werd de Ariane-44L versie van de raket gebruikt, met vier opduwers op vloeibare brandstof die aan de eerste trap zijn bevestigd. De lancering vond plaats om 06:59 uur GMT vanaf de Europese lanceerbasis bij Kourou in Frans-Guyana. Intelsat-904 werd door de raket in een geostationaire overgangsbaan geplaatst. Later gebruikte de satelliet haar eigen apogee-motor om de geostationaire positie boven de evenaar op 60 graden Oosterlengte te bereiken. Intelsat-904 woog iets meer dan viereneenhalve ton bij lancering, waarvan de helft brandstof voor de apogee-motor en het standregelingssysteem. De satelliet is gebouwd door Space Systems/Loral en de zonnepanelen hebben in volledige ontplooide toestand een spanwijdte van meer dan dertig meter. C-band en Ku-band transponders zorgen voor communicatie zoals internet, televisie, telefoon en netwerkverbindingen.

Rusland lanceerde een militaire satelliet, onder de naam Kosmos-2387, op 25 februari met een Soyuz-U raket vanaf de basis Plesetsk in Noord-Rusland. Kosmos-2387 is een spionage satelliet gebouwd door TsSKB-Progress in Samara. Aan boord zijn twee kleine film capsules en een grote landingsmodule waarmee de film naar de aarde getransporteerd kan worden. De vorige missie van dit type, Kosmos-2377, vloog van mei tot oktober 2001.

Arianespace boekte weer een succes met de geslaagde lancering van de eerste Ariane-5 nadat in juli 2001 een Ariane-5 twee satellieten in een te lage baan afleverde. Nu ging alles goed en bracht de raket haar lading, de Europese aardobservatie satelliet Envisat, in een polaire baan op 780 kilometer boven het aardoppervlak.
Het Envisat project begon oorspronkelijk als een onbemand polair platform dat gelanceerd zou worden als onderdeel van het Amerikaanse ruimtestation Freedom. Toen begin jaren negentig Freedom evolueerde naar het huidige ISS, besloot Amerika het polaire platform te schrappen. Europa ging vervolgens op eigen houtje door en ontwikkelde de Envisat satelliet, met 2,1 miljard Euro de duurste satelliet ooit gebouwd in Europa. Envisat gebruikt een nieuwe modulaire structuur, ontwikkeld door Matra Marconi Space/Bristol, terwijl Astrium (Dornier) de hoofdaannemer was. De satelliet heeft een massa van 7911 kilogram en heeft 300 kilogram hydrazine aan boord voor baancorrecties.
De ASAR radar antenne is 1,3 bij 10 meter groot. Envisat heeft ook atmosferische radiometers en spectrometers en een radar hoogtemeter aan boord. Met deze apparatuur hopen wetenschappers de samenstelling van atmosfeer en bodem van de aarde, alsmede de invloed van het menselijk handelen daarop, vast te kunnen stellen.

Op 8 maart werd een Tracking and Data Relay Satellite (TDRS) gelanceerd voor NASA. De lancering vond plaats met een Atlas-2AS raket van Lockheed Martin vanaf de lanceerbasis Cape Canaveral in Florida. Dertig minuten na de lancering werd de TDRS-I satelliet in een geostationaire overgangsbaan geplaatst. Verwacht wordt dat na tien dagen de satelliet haar geostationaire positie op 150 graden Westerlengte bereikt. NASA gebruikt de TDRS voor de communicatie tussen shuttles, het ruimtestation en diverse wetenschappelijke satellieten in een baan om de aarde.

Het zonnestelsel in

De Mars Odyssee bevindt zich nu in haar operationele observatiebaan om de rode planeet op 400 kilometer hoogte. Wetenschappers van NASA maakten op 1 maart bekend dat de sonde significante hoeveelheden water heeft aangetroffen rondom de zuidpool van de planeet. Het water zou als permafrost op ongeveer een meter diepte in de bodem zitten.

Op vrijdag 1 maart stuurden wetenschappers van het Jet Propulsion Laboratory een signaal naar de Pioneer-10 sonde, die toen 11.9 miljard kilometer van de aarde verwijderd was. Tweeëntwintig uur later werd met de 70-meter radioantenne nabij Madrid, Spanje, een zwak antwoord van de Pioneer-10 opgevangen.
Pioneer-10 werd op 2 maart 1972 gelanceerd en vloog als eerste sonde door de astroïdengordel en langs Jupiter. Na de passage van de grootste planeet van ons zonnestelsel vloog de Pioneer-10 steeds verder van de zon af, richting de sterren. In 1983 passeerde ze de baan van Neptunus, en verliet als eerste ruimtevaartuig het zonnestelsel.
NASA verloor het contact met de Pioneer-10 in augustus 2000, maar slaagde er in april en juli vorig jaar nog in met de oude sonde te communiceren. Met het in 1973 gelanceerde zusterschip Pioneer-11, die langs Jupiter en Saturnus vloog, is al sinds 1995 geen contact meer geweest. Nog twee andere ruimtesondes zijn op weg naar de sterren, de in 1977 gelanceerde Voyager 1 en 2. Voyager 1 is momenteel het verst van de zon verwijderd op 12,5 miljard kilometer.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
16 Jan 00:30 Milstar-5 Titan-4B Cape Canaveral Militair 2002-001A
24 Jan 23:47 Insat-3C Ariane-42L Kourou Communicatie 2002-002A
4 Feb 02:45 MDS-1
DASH
VEP-3
H-2A Tanegashima Technologie
Technologie
Technologie
2002-003A
2002-003B
2002-003C
5 Feb 20:58 HESSI Pegasus-XL Cape Canaveral Astronomie 2002-004A
11 Feb 17:43 Iridium
Iridium
Iridium
Iridium
Iridium
Delta-2 Vandenberg Communicatie
Communicatie
Communicatie
Communicatie
Communicatie
2002-005A
2002-005B
2002-005C
2002-005D
2002-005E
21 Feb 12:43 Echostar-7 Atlas-3B Cape Canaveral Communicatie 2002-006A
23 Feb 06:59 Intelsat-904 Ariane-44L Kourou Communicatie 2002-007A
25 Feb 17:26 Kosmos-2387 Soyuz-U Plesetsk Militair 2002-008A
1 Mrt 01:08 Envisat Ariane-5G Kourou Aardobservatie 2002-009A
1 Mrt 11:22 Columbia STS-109 Shuttle KSC Ruimteveer 2002-010A
8 Mrt 23:59 TDRS-I Atlas-2AS Cape Canaveral Communicatie 2002-011A

Bericht uit de ruimte – Nummer 11

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Het ruimtestation ISS verloor op 4 februari de controle over de standregeling, toen een computer in de Russische woonmodule Zvezda crashte. Hierdoor kregen de vier gyroscopen in het Z1-Truss geen informatie meer omtrent de standregeling van het station. Om 13:18 uur begon het ISS langzaam te tuimelen, waardoor de zonnepanelen niet langer op de Zon gericht waren. Door het gebrek aan electriciteit werden alle experimenten uitgeschakeld, en alle systemen gingen in de zogenaamde “overlevingsmodus.” Gelukkig was de driekoppige bemanning in staat om de zonnepanelen handmatig aan te sturen en op de Zon te richten, zodat de batterijen weer konden worden opgeladen. Om 18:43 uur was de situatie in zoverre hersteld dat het standregelingsysteem van het station weer operationeel was. Later op die dag waren de meeste systemen en experimenten weer opgestart.

Het ISS wordt momenteel bewoond door de Rus Yuri Onufrienko en de Amerikanen Carl Walz en Daniel Bursch. Op 20 februari zullen Walz en Bursch een ruimtewandeling uitvoeren. Hiervoor zullen ze de Amerikaanse luchtsluis Quest gebruiken. Gedurende hun ruimtewandeling zullen ze voorbereidend werk verrichten ten behoeve van de installatie van de S0-Truss in april.

De eerstvolgende shuttle vlucht staat gepland voor 28 februari 2002 als de Columbia missie STS-109 zal uitvoeren. De shuttle staat inmiddels op lanceercomplex 39A. Gedurende de elfdaagse vlucht zullen de zeven ruimtevaarders onderhoud verrichten aan de Hubble ruimtetelescoop. Hiervoor zullen maar liefst vijf ruimtewandelingen gemaakt worden.

Op 4 april zal de shuttle Atlantis gelanceerd worden voor missie STS-110. Gedurende deze elfdaagse vlucht zal de S0-Truss (het centrale deel van de grote balk voor de zonnepanelen) met de Mobile Transporter aan het ISS bevestigd worden. De zeven astronauten aan boord van de shuttle zullen het eerste bezoek zijn voor de Expeditie-4 die nu aan boord van het station is.

De verwachte lancering van een derde Shenzhou ruimtecapsule door China is tot nu toe uitgebleven. De reden hiervoor is onduidelijk, mede doordat China haar lanceringen niet van te voren aankondigt. De Shenzhou, sterk gelijkend op de Russische Soyuz, moet de Volksrepubliek in staat stellen de derde natie te worden die zelfstandig mensen in de ruimte kan brengen. In november 1999 en januari 2001 werden respectievelijk de Shenzhou-1 en -2 gelanceerd voor een succesvolle onbemande testvlucht. De eerste bemande vlucht van een Shenzhou wordt in 2004 of 2005 verwacht. China heeft in het verleden al aangegeven dat het op de langere termijn zelfstandig een ruimtestation wil bouwen.

Kunstmanen en satellieten

Japan lanceerde op 4 februari haar tweede H2A raket. De vlucht van de raket was zelf succesvol, maar helaas kon een van de satellieten, DASH, zich niet losmaken van de bovenste trap. Later onderzoek wees uit dat de oorzaak lag in een bedradingsfout in het electrische systeem van DASH. DASH (Demonstrator of Atmospheric Reentry System and Hypervelocity) is gebouwd door de Japanse wetenschappelijke ruimtevaartorganisatie ISAS, en had re-entry technieken moeten demonstreren voor de Muses-C plantoïdenverkenner.
Wel leverde de raket een experimentele satelliet, MDS-1 (Mission Demonstration Satellite), keurig netjes in de geplande baan af. MDS-1 is gebouwd door NEC voor de Japanse ruimtevaartorganisatie NASDA en heeft tot doel diverse nieuwe technologieën te demonstreren. MDS-1 weegt 449 kilogram.
Aan boord van de H2A was ook een instrumentenpakket, onder de naam VEP-3, dat het milieu registreerde waaraan de satellieten werden blootgesteld gedurende de lancering.

HESSI, een astronomische satelliet voor de observatie van röntgenstraling van onze Zon, werd op 5 februari door een Pegasus raket gelanceerd. Het L-1011 Stargazer vliegtuig wierp om 21:58 uur MET de Pegasus raket af van onder haar vleugel, en vijf seconden later werd de motor van de eerste trap ontstoken. Negen minuten later plaatste de derde trap de 304 kilogram wegende HESSI in een baan tussen 588 en 609 kilometer boven het aardoppervlak. De hoek met de evenaar was 38 graden.

Op 11 februari bracht een Delta-2 raket vijf Iridium satellieten in een baan om de aarde. De satellieten zijn gebouwd door Motorola en zijn bedoeld als reserves als een van de oudere satellieten in het Iridium netwerk mocht uitvallen. Het Iridium netwerk bestaat uit elf groepen van zes satellieten die in lage banen om de aarde draaien. Zodoende moet op een willekeurige plaats op de aarde altijd minimaal een satelliet boven de horizon zijn. Het Iridium netwerk wordt gebruikt voor mobiele diensten.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
16 Jan 00:30 Milstar-5 Titan-4B Cape Canaveral Militair 2002-001A
24 Jan 23:47 Insat-3C Ariane-42L Kourou Communicatie 2002-002A
4 Feb 02:45 MDS-1
DASH
VEP-3
H-2A Tanegashima Technologie
Technologie
Technologie
2002-003A
2002-003B
2002-003C
5 Feb 20:58 HESSI Pegasus-XL Cape Canaveral Astronomie 2002-004A
11 Feb 17:43 Iridium
Iridium
Iridium
Iridium
Iridium
Delta-2 Vandenberg Communicatie
Communicatie
Communicatie
Communicatie
Communicatie
2002-005A
2002-005B
2002-005C
2002-005D
2002-005E

Bericht uit de ruimte – Nummer 10

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

ISS bewoners Carl Walz en Yuri Onufrienko hebben op 14 januari de eerste ruimtewandeling van het nieuwe jaar gemaakt. De ruimtewandeling begon om 20:59 uur toen het luik van de Pirs luchtsluis openzwaaide, terwijl Daniel Bursch in het ruimtestation achter bleef. Gedurende hun vijf uur durende uitstapje verplaatsten Walz en Onufrienko de Strela-2 kraan van de PMA-1 adapter naar de Pirs module. Strela-2 was al in 1999 en 2000 op de PMA-1 gemonteerd. De handbediende Strela kranen worden gebruikt om kleine voorwerpen rondom het Russische segment van het ISS te manoeuvreren. Al eerder werd de Strela-1 kraan op de Pirs module gemonteerd. Ook installeerden de ruimtewandelaars een antenne voor amateur radio experimenten op de buitenkant van de Zvezda module.

Op 25 januari maakten Bursch en Onufrienko een zes uur durende ruimtewandeling, gedurende welke ze pluimdeflectoren rondom de stuurraketten van de Zvezda module plaatsten. Ook werden trays met materiaalexperimenten aan de romp van het station bevestigd.

De eerstvolgende shuttle vlucht staat gepland voor 28 februari 2002 als de Columbia missie STS-109 zal uitvoeren. Op 28 januari is de Columbia samen met haar grote externe tank en de twee opduwraketten naar lanceercomplex 39A gebracht. Gedurende de elfdaagse vlucht zullen de zeven ruimtevaarders onderhoud verrichten aan de Hubble ruimtetelescoop. Hiervoor zullen maar liefst vijf ruimtewandelingen gemaakt worden.

Op 4 april zal de shuttle Atlantis gelanceerd worden voor missie STS-110. Gedurende deze elfdaagse vlucht zal de S0-Truss (het centrale deel van de grote balk voor de zonnepanelen) met de Mobile Transporter aan het ISS bevestigd worden. De zeven astronauten aan boord van de shuttle zullen het eerste bezoek zijn voor de Expeditie-4 die nu aan boord van het station is.

Waarschijnlijk zal China in februari de derde testvlucht uitvoeren van een Shenzhou ruimtecapsule. De Shenzhou, sterk gelijkend op de Russische Soyuz, moet de Volksrepubliek China in staat stellen de derde natie te worden die zelfstandig mensen in de ruimte kan brengen. In november 1999 en januari 2001 werden respectievelijk de Shenzhou-1 en -2 gelanceerd voor een succesvolle onbemande testvlucht. De eerste bemande vlucht van een Shenzhou wordt in 2004 of 2005 verwacht. China heeft in het verleden al aangegeven dat het op de langere termijn zelfstandig een ruimtestation wil bouwen.

Op 27 januari was het 35 jaar geleden dat tijdens een test op het lanceerplatform brand in de Apollo-1 capsule uitbrak waarbij drie astronauten om het leven kwamen. Op 28 januari was het 16 jaar geleden dat de space shuttle Challenger met zeven astronauten aan boord tijdens de lancering verongelukte.

Kunstmanen en satellieten

Een Titan-4B van Lockheed Martin werd op 16 januari gelanceerd vanaf Cape Canaveral in Florida. De centrale trap van de Titan plaatste de Centaur trap en de nuttige lading in een suborbitale baan negen minuten na de lancering. Vervolgens maakte de Centaur trap drie manoeuvres om de lading achtereenvolgens in een parkeerbaan, een overgangsbaan en de geostationaire baan op 36.000 kilometer boven de aarde te brengen. De lading, Milstar-5, is een communicatie satelliet die gebruikt zal gaan worden door de Amerikaanse luchtmacht. Milstar-5 is gebouwd door Lockheed Martin/Sunnydale en weegt ongeveer 4550 kilgram.

Een Ariane-42L raket bracht op 24 januari de Insat-3C in een geostationaire baan. Insat-3C is een Indiase communicatie sateliet en heeft een massa van 2750 kilogram (waaronder 1700 kilogram brandstof). De satelliet beschikt over dertig C-band en twee S-band transponders.

De Extreme Ultraviolet Explorer (EUVE) van NASA is in de nacht van 30 op 31 januari in de aardatmosfeer teruggekeerd. De 3,5 ton zware satelliet verbrandde in de luchtlagen boven Egypte. Het is waarschijnlijk dat delen van de satelliet het aardoppervlak hebben bereikt, maar tot nu toe zijn er geen berichten dat er iets gevonden is. EUVE werd op 7 juli 1992 gelanceerd en functioneerde acht jaar. De satelliet verrichte de eerste astronomische waarnemingen in het verre ultraviolette deel van het electromagnetische spectrum. In dit gedeelte van het spectrum kunnen waarnemingen verricht worden aan de astronomisch meeste energierijke gebeurtenissen.

Het zonnestelsel in

De Galileo sonde passeerde op 17 januari de Jupitermaan Io op een afstand van maar 102 kilometer. Helaas kwam de computer van Galileo 28 minuten voor de passage in een zogenaamde “veilige modus” terecht. Dit werd veroorzaakt door de intense straling rondom Jupiter. Op 18 januari was de normale situatie van Galileo hersteld, maar de meeste waarnemingen aan Io waren verloren. Galileo heeft nu al meer dan 3,5 maal zoveel straling te verwerken gehad als waar de sonde oorspronkelijk voor ontworpen is. In november zal Galileo nog dichter langs Jupiter vliegen als het kleine maantje Amalthea gepasseerd wordt. In september 2003 zal Galileo in de gigantische atmosfeer van Jupiter verbranden. Zo willen de vluchtleiders voorkomen dat de sonde eventueel op de maan Europa, neerstort. Op Europa zijn aanwijzingen gevonden dat een vloeibare oceaan zich onder het ijs bevindt, en dit sluit het voorkomen van eenvoudig leven niet uit.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
5 Dec 22:19 Endeavour STS-108
MPLM-Raffaello
Shuttle KSC Ruimteveer
Logistiek
2001-054A
7 Dec 15:07 Jason-1
TIMED
Delta-2 Vandenberg Oceanografie
Meteorologie
2001-055A
2001-055B
10 Dec 17:19 Meteor-3M-1
Badr-B
Maroc-Tubsat
Kompas
Reflektor
Zenit-2 Baykonur Meteorologie
Aardobservatie
Aardobservatie
Wetenschap
Technologie
2001-056A
2001-056B
2001-056C
2001-056D
2001-056E
21 Dec 04:00 Kosmos-2383 Tsiklon-2 Baykonur Militair 2001-057A
28 Dec 03:24 Kosmos-2384
Kosmos-2385
Kosmos-2386
Gonets-D1
Gonets-D1
Gonets-D1
Tsiklon-3 Plesetsk Militair
Militair
Militair
Communicatie
Communicatie
Communicatie
2001-058A
2001-058B
2001-058C
2001-058D
2001-058E
2001-058F
16 Jan 00:30 Milstar-5 Titan-4B Cape Canaveral Militair 2002-001A
24 Jan 23:47 Insat-3C Ariane-42L Kourou Communicatie 2002-002A

Bericht uit de ruimte – Nummer 9

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Het International Space Station wordt nu bewoond door de Rus Yuri Onufrienko (commandant) en de Amerikanen Carl Walz en Daniel Bursch. Zij vormen samen de vierde stambemanning van het station en zullen tot mei 2002 in de ruimte blijven. De eerste week van het nieuwe jaar werd voornamelijk besteed aan het voorbereiden van de ruimtewandeling die op 14 januari zal plaatsvinden. Ook werd een experiment uitgevoerd waarin de groei van nierstenen bij ruimtevaarders in gewichtsloosheid wordt onderzocht.

De eerstvolgende shuttle vlucht staat gepland voor 28 februari 2002 als de Columbia missie STS-109 zal uitvoeren. Gedurende deze elfdaagse vlucht zullen de zeven ruimtevaarders onderhoud verrichten aan de Hubble ruimtetelescoop. Hiervoor zullen maar liefst vijf ruimtewandelingen gemaakt worden.

Op 4 april zal de shuttle Atlantis gelanceerd worden voor missie STS-110. Gedurende deze elfdaagse vlucht zal de S0-Truss (het centrale deel van de grote balk voor de zonnepanelen) met de Mobile Transporter aan het ISS bevestigd worden. De zeven astronauten aan boord van de shuttle zullen het eerste bezoek zijn voor de Expeditie-4 die nu aan boord van het station is.

Waarschijnlijk zal China in januari of februari de derde testvlucht uitvoeren van een Shenzhou ruimtecapsule. De Shenzhou, sterk gelijkend op de Russische Soyuz, moet de Volksrepubliek China in staat stellen de derde natie te worden die zelfstandig mensen in de ruimte kan brengen. In november 1999 en januari 2001 werden respectievelijk de Shenzhou-1 en -2 gelanceerd voor een succesvolle onbemande testvlucht. De eerste bemande vlucht van een Shenzhou wordt in 2004 of 2005 verwacht. China heeft in het verleden al aangegeven dat het op de langere termijn zelfstandig een ruimtestation wil bouwen.

Kunstmanen en satellieten

Op 28 december vond de laatste lancering van het jaar 2001 plaats. Een Tsiklon raket, nu in een drietrapsversie, bracht maar liefst zes Russische communicatie satellieten in de ruimte. De lancering vond plaats vanaf Plesetsk in het noorden van Rusland. Drie van de satellieten, Kosmos-2384 tot en met 2386, maken deel uit van het militaire Strela-3 netwerk. De andere drie satellieten zijn van hetzelfde ontwerp, maar worden gebruikt voor civiele toepassingen. Deze satellieten worden allemaal aangeduid met Gonet-D1, en hebben geen individueel volgnummer gekregen. Alle zes de satellieten zijn in de geplande cirkelvormige banen op 1400 kilometer boven het aardoppervlak onder een hoek van 82,6 graden met de evenaar terecht gekomen. Op 27 december 2000 mislukte de lancering van een soortgelijk sextet.

Het jaar 2001 kan de boeken in als een kwakkeljaar op lanceergebied, met slechts 58 geslaagde lanceringen en een mislukking. Men moet teruggaan naar 1963(!) waarin nog minder lanceringen die een lading in de ruimte brachten plaatsvonden. Dat jaar waren slechts 55 geslaagde lanceringen, en 15 mislukkingen, zodat het totale aantal lanceerpogingen dat jaar nog hoger lag dan in 2001. Ter vergelijking, in 2000 waren er 82 lanceringen en drie mislukkingen. Het meest productieve jaar was 1984 met 129 geslaagde lanceringen.

Het zonnestelsel in

Op 28 december 2001 bevond de Mars Odyssee zich in een baan tussen 99 en 2951 kilometer boven het Marsoppervlak. De hoek van de baan met de Martiaanse equator bedroeg 93 graden, zodat de baan nagenoeg over de polen liep. Elke omloop, als de Odyssee de planeet het dichtst naderde (het zogenaamde periapsis), werd zij door de atmosferische weerstand iets afgeremd zodat het verste punt van de baan (apoapsis) steeds dichter bij Mars kwam te liggen.

Op 11 januari lag dat verste punt op nog maar 500 kilometer boven het oppervlak. De Odyssee ontstak kleine raketten waardoor het periapsis boven de atmosfeer kwam te liggen. Na deze manoeuvre bevond de Odyssee zich in een baan tussen 201 en 500 kilometer, terwijl de hoek met de evenaar de gehele tijd dezelfde was geweest. Door het luchtremmen heeft de sonde meer dan 200 kilogram brandstof bespaard. De komende maanden zal de Odyssee haar stuurraketten nog enkele malen ontsteken om in april haar definitieve observatiebaan op 400 kilometer hoogte te bereiken.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
5 Dec 22:19 Endeavour STS-108
MPLM-Raffaello
Shuttle KSC Ruimteveer
Logistiek
2001-054A
7 Dec 15:07 Jason-1
TIMED
Delta-2 Vandenberg Oceanografie
Meteorologie
2001-055A
2001-055B
10 Dec 11:19 Meteor-3M-1
Badr-B
Maroc-Tubsat
Kompas
Reflektor
Zenit-2 Baykonur Meteorologie
Aardobservatie
Aardobservatie
Wetenschap
Technologie
2001-056A
2001-056B
2001-056C
2001-056D
2001-056E
21 Dec 04:00 Kosmos-2383 Tsiklon-2 Baykonur Militair 2001-057A
28 Dec 03:24 Kosmos-2384
Kosmos-2385
Kosmos-2386
Gonets-D1
Gonets-D1
Gonets-D1
Tsiklon-3 Plesetsk Militair
Militair
Militair
Communicatie
Communicatie
Communicatie
2001-058A
2001-058B
2001-058C
2001-058D
2001-058E
2001-058F

Bericht uit de ruimte – Nummer 8

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Op maandag 3 december voerden Dezhurov en Tyurin een ruimtewandeling uit om het object te verwijderen dat verhinderde dat de bevoorradingscapsule Progress M1-7 aan het ISS kon koppelen. De twee ruimewandelaars gebruikten de Pirs luchtsluis en begaven zich naar de achterkant van de Zvezda module waar de Progress was aangekoppeld. Daar aangekomen ontdekten ze een rubbere O-ring die zich over de gehele omtrek van het koppelmechanisme uitstrekte. De ring was losgeraakt van de vertrekkende Progress M-45 op 22 november. Met een mes sneden de kosmonauten de O-ring door waardoor het koppelmechanisme weer beschikbaar was voor de Progress M1-7. Vervolgens konden de vluchtleiders zonder problemen de Progress een hechte koppeling met het ruimtestation tot stand laten brengen. Het ruimtelijk uitstapje had 2 uur en 55 minuten geduurd, veel korter dan de vijf uur die vluchtleiders eerder voor deze reparatie hadden gepland.

Na een dag vertraging wegens het slechte weer, vertrok op woensdag 5 december de shuttle Endeavour vanaf Kennedy Space Center voor STS-108. Dit was alweer de 107-de vlucht van een shuttle sinds het programma begon in april 1981, en de twaalfde vlucht ten behoeve van het International Space Station. De Endeavour bracht de vierde expeditie, bestaande uit de Rus Yuri Onufrienko en de Amerikanen Carl Walz en Daniel Bursch naar het ruimtestation. Verder waren de astronauten Dominic Gorie (commandant), Mark Kelly (piloot), Linda Godwin en Daniel Tani aan boord van de shuttle. Twee dagen na de lancering koppelde de Endeavour aan de Destiny module van het ISS. Later die dag namen Onufrienko, Walz en Bursch hun intrek in het ruimtestation, terwijl de oude stambemanning officieel overstapte naar de shuttle.

Op 8 december werd de logistieke module Raffaello uit het vrachtruim van de Endeavour gehaald en aan de Unity module gekoppeld. Vervolgens konden de astronauten in hemdsmouwen Raffaello binnengaan en beginnen met het uitladen van voorraden en experimenten die door de vierde expeditie gebruikt zullen worden.

Tijdens deze shuttlevlucht lag de nadruk op logistieke activiteiten, maar toch werd er een ruimtewandeling gemaakt. Op 10 december maakten shuttle astronauten Linda Godwin en Dan Tani een ruimtelijk uitstapje van 4 uur en 11 minuten. Hun belangrijkste taak was het aanbrengen van thermische dekens rond de motoren van de grote Amerikaanse zonnepanelen van het station. Deze motoren zorgen ervoor dat de zonnepanelen op de zon gericht blijven, ongeacht de oriëntatie van het ruimtestation. Hiervoor moesten de twee ruimtewandelaars naar de top van het P6-Truss, waar ze een geweldig uitzicht hadden op het ISS en de aangekoppelde shuttle. Kort voordat ze de luchtsluis van de shuttle weer binnengingen, monteerden ze nog extra containers met gereedschappen op de buitenkant van de Destiny module van het station. Deze gereedschappen zullen gebruikt worden in april 2002 als het S0-Truss element geïnstalleerd zal worden. Het S0-Truss is het centrale deel van de 108-meter lange balk waaraan de grote zonnepanelen gemonteerd zullen worden.

Op 14 december was men klaar met het uitladen van Raffaello en werd de module teruggeplaatst in het vrachtruim van de shuttle. Een dag later namen de astronauten afscheid van elkaar en ontkoppelde de shuttle van het ISS, dat nu bewoond werd door Yuri Onufrienko, Carl Walz en Daniel Bursch. De Endeavour landde op 17 december om 17:55 uur op de betonnen baan van het Kennedy Space Center. Voor Culbertson, Dezhurov en Tyurin begon de hernieuwde kennismaking met de aardse zwaartekracht na 129 dagen gewichtsloosheid.

Kunstmanen en satellieten

Drie Uragan (het Russische woord voor wervelstorm) satellieten voor het Glonass navigatienetwerk werden op 1 december gelanceerd door een Proton-K raket vanaf de basis Baykonur. Twee satellieten waren nog van het oude Uragan ontwerp, de derde was een splinternieuwe Uragan-M. De Uragan-M heeft een langere levensduur dan het oorspronkelijke ontwerp, die ongeveer drie jaar meeging. Nadat de satellieten in een elliptische baan waren afgeleverd door de Proton, gebruikten ze hun eigen motor om in een cirkelvormige baan op 19.100 kilometer hoogte te komen. De drie satellieten draaien in een vlak die een hoek van 64,8 graden met de evenaar maakt. De satellieten kregen een nummer in de allesomvattende Kosmos-reeks: namelijk nummertje 2380 tot en met 2382. Glonass is het Russische equivalent van het Amerikaanse Navstar navigatienetwerk.

Op 7 december vertrok vanaf de basis Vandenberg aan de westkust van de VS, een Delta-2 raket met twee satellieten aan boord: Jason-1 en TIMED. Jason-1 is een gezamenlijke onderneming tussen de Franse ruimtevaartorganisatie CNES en NASA. Aan boord van de Jason-1 is een Poseidon zeeniveau meter, instrumenten om de baan van de satelliet te bepalen, en een microgolf radiometer voor het vaststellen van de hoeveelheden waterdamp boven zee. De 472 kilogram wegende satelliet zit in een baan tussen 1320 en 1330 kilometer hoogte onder een hoek van 66,0 graden met de evenaar.
De tweede satelliet aan boord van de Delta raket, TIMED van NASA, onderzoekt de interactie tussen de zon en de aarde. De nadruk ligt hierbij op de thermosfeer, mesosfeer en lagere ionosfeer, waarbij de zonnewarmte, atmosferische samenstelling, soortelijke warmte, temperaturen en windrichtingen worden vastgelegd. De satelliet weegt 587 kilogram en zit in een baan tussen 627 en 640 kilometer onder een hoek van 74,1 graden met de evenaar.

Op 10 december werd het eerste exemplaar van de verbeterde meteorologische satelliet Meteor-3M gelanceerd met een Zenit-2 raket vanaf de Baykonur in Kazachstan. De Meteor-3M volgt satellieten op die gebasseerd zijn op het Meteor-3 ontwerp, voor het eerst gelanceerd in 1984. Meteor-3M-1 heeft een massa van ongeveer 2500 kilogram en bevindt zich in een baan tussen 996 en 1015 kilometer onder een hoek van 99,7 graden, zodat de baan nagenoeg over de polen loopt.
Met de Meteor-3M-1 kwamen ook vier microsatellietjes in een baan om de aarde. De Badr-B is de tweede satelliet van Pakistan, weegt 70 kilogram en heeft een aardobservatiecamera aan boord.
Maroc-Tubsat werd gebouwd door de Technische Universiteit van Berlijn voor de Centre Royal de Teledetection Spatiale van Marokko en heeft een massa van 45 kilogram.Ook Maroc-Tubsat heeft een aardobservatiecamera aan boord en een communicatie experiment.
Kompas is een Russische satelliet, gebouwd door Makeev voor het geofysisch instituut Izmiran. Kompas weegt 80 kilogram en is uitgerust met een magnetometer en sensoren voor het opsporen van aardbevingen.
De 8 kilogram zware Reflektor is gebouwd door NII KP in Rusland en heeft de studie van ruimteafval tot doel. Deze studies worden uitgevoerd in samenwerking met de luchtmacht van de Verenigde Staten.

Een Russische electronische afluistersatelliet, Kosmos-2383, werd op 21 december gelanceerd door een Tsiklon-2 raket vanaf de basis Baykonur. De tweetraps Tsiklon-2 raket werd afgeleid van de R-36 ICBM, in massa geproduceerd tijdens de Koude Oorlog. De Kosmos-2383 kwam in een cirkelvormige baan op 410 kilometer boven het aardoppervlak. De hoek met de evenaar is 65 graden, zodat een groot gedeelte van het bewoonde aardoppervlak door de satelliet bestreken wordt.

Het zonnestelsel in

Op 28 december 2001 bevond de Mars Odyssee zich in een baan tussen 99 en 2951 kilometer boven het Marsoppervlak. De hoek van de baan met de Martiaanse equator bedroeg 93 graden, zodat de baan nagenoeg over de polen liep. Elke omloop, als de Odyssee de planeet het dichtst naderde (het zogenaamde periapsis), werd zij door de atmosferische weerstand iets afgeremd zodat het verste punt van de baan (apoapsis) steeds dichter bij Mars kwam te liggen.

Op 11 januari lag dat verste punt op nog maar 500 kilometer boven het oppervlak. De Odyssee ontstak kleine raketten waardoor het periapsis boven de atmosfeer kwam te liggen. Na deze manoeuvre bevond de Odyssee zich in een baan tussen 201 en 500 kilometer, terwijl de hoek met de evenaar de gehele tijd dezelfde was geweest. Door het luchtremmen heeft de sonde meer dan 200 kilogram brandstof bespaard. De komende maanden zal de Odyssee haar stuurraketten nog enkele malen ontsteken om in april haar definitieve observatiebaan op 400 kilometer hoogte te bereiken.

Recente lanceringen

Datum

Tijd

Satelliet

Draagraket

Lanceerplaats

Opmerkingen

IntNat. Nr.

26 Nov

18:24

Progress M1-7

Soyuz-FG

Baykonur

Logistiek

2001-051A

27 Nov

00:35

DirecTV-4

Ariane-44LP

Kourou

Communicatie

2001-052A

1 Dec

18:04

Kosmos-2380
Kosmos-2381
Kosmos-2382

Kosmos-K

Baykonur

Navigatie
Navigatie
Navigatie

2001-053A
2001-053B
2001-053C

5 Dec

22:19

Endeavour STS-108
MPLM-Raffaello

Shuttle

KSC

Ruimteveer
Logistiek

2001-054A

7 Dec

15:07

Jason-1
TIMED

Delta-2

Vandenberg

Oceanografie
Meteorologie

2001-055A
2001-055B

10 Dec

17:19

Meteor-3M-1
Badr-B
Maroc-Tubsat
Kompas
Reflektor

Zenit-2

Baykonur

Meteorologie
Aardobservatie
Aardobservatie
Wetenschap
Technologie

2001-056A
2001-056B
2001-056C
2001-056D
2001-056E

21 Dec

04:00

Kosmos-2383

Tsiklon-2

Baykonur

Militair

2001-057A

Bericht uit de ruimte – Nummer 7

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Het verblijf van Frank Culbertson, Vladimir Dezhurov en Mikhail Tyurin, de derde stambemanning die in het ruimtestation ISS woont, loopt op zijn einde. Op 22 november werd het oude vrachtschip Progress M-45 losgemaakt van het ISS om diezelfde dag nog te verbranden in de atmosfeer boven de Grote Oceaan. Vier dagen later werd de Progress M1-7 gelanceerd met voorraden bedoeld voor de vierde expeditie die in december hun intrek zal nemen in het ruimtestation.

Op 26 november koppelde de Progress M1-7 aan de achterste koppelpoort van de Zvezda module, maar men slaagde er niet een hechte verbinding tussen de Progress en het ruimtestation tot stand te brengen. Vermoedelijk werd dit veroorzaakt door een vreemd voorwerp dat in het koppelingsmechanisme was terecht gekomen. Beelden opgenomen door de naderende Progress toonden inderdaad een stuk kabel met een lengte van ongeveer een halve meter voor de achterste koppelingspoort van de Zvezda module.

Hierdoor besloten de vluchtleiders de lancering van de space shuttle Endeavour uit te stellen van 30 november tot op zijn vroegst dinsdag 4 december. Aan boord van de Endeavour zouden naast de vier shuttle astronauten en een logistieke module, ook de driekoppige Expeditie-4 naar het ruimtestation vliegen. De lancering van de Endeavour is gepland om 22:45 uur op 4 december. De vlucht zal elf dagen duren.

Eerst zullen op maandag 3 december zullen Dezhurov en Tyurin een ruimtewandeling maken om het vreemde voorwerp in het koppelmechanisme te verwijderen, zodat de Progress stevig aan het ISS vastgemaakt kan worden. Mocht dit niet mogelijk blijken, dan wordt deze ruimtewandeling uitgevoerd door de shuttlebemanning of de Expeditie-4 astronauten.

In 1987 was er een soortgelijk probleem toen de wetenschappelijke module Kvant-1 aan de hoofdmodule van de Mir werd gekoppeld. Ook toen kon er geen hechte verbinding tot stand gebracht worden. Twee kosmonauten voerden vervolgens een ruimtewandeling uit en ontdekte een stuk isolatie dat in het koppelingsmechanisme was terechtgekomen. Nadat het isolatiemateriaal verwijderd was kon de Kvant-1 definitief aan de Mir vastgemaakt worden.

Kunstmanen en satellieten

De televisiesatelliet DirecTV-4S werd op 27 november gelanceerd met een Ariane-44LP raket vanaf de basis Kourou in Frans-Guyana. De satelliet, model 601HP gebouwd door Boeing, werd door de Ariane in een geostationaire overgangsbaan geplaatst. De satelliet woog tijdens de lancering 4300 kilogram, waarvan 2200 kilogram brandstof. Hughes Electronics is momenteel eigenaar van DirecTV Inc. maar een overname door Echostar wordt voorbereid. DirecTV-4S was tevens het 200-ste ruimtevaartuig dat Boeing voor een commerciële klant heeft gebouwd.

Het zonnestelsel in

De 2001 Mars Odyssey gaat door met het luchtremmen. Elke omloop vliegt de verkenner door de bovenste lagen van de Martiaanse atmosfeer teneinde het verste punt van haar baan dichter bij de planeet te krijgen. Eind januari 2002 moet de Odyssee in haar definitieve observatiebaan op 400 kilometer hoogte komen. Op 30 november lag het verste punt van de omloopbaan op 15.300 kilometer boven het planeetoppervlak.

Genesis is inmiddels gearriveerd in haar omloopbaan rond het Langrange-1 punt, waar de zwaartekracht van de Zon en Aarde in evenwicht met elkaar zijn en is inmiddels begonnen met het verzamelen van zonnewinddeeltjes.

Recente lanceringen

Datum

Tijd

Satelliet

Draagraket

Lanceerplaats

Opmerkingen

IntNat. Nr.

11 Okt

02:32

USA-162

Atlas-2AS

Cape Canaveral

Militair

2001-046A

18 Okt

18:51

QuickBird

Delta-2

Vandenberg

Aardobservatie

2001-047A

21 Okt

08:59

Soyuz TM-33

Soyuz-U

Baykonur

Bemand

2001-048A

22 Okt

04:53

TES
Proba
BIRD

PSLV

Sriharikota

Aardobservatie
Technologie
Technologie

2001-049A
2001-049B
2001-049C

25 Okt

11:34

Molniya-3

Molniya-M

Plesetsk

Communicatie

2001-050A

26 Nov

18:24

Progress M1-7

Soyuz-FG

Baykonur

Logistiek

2001-051A

27 Nov

00:35

DirecTV-4

Ariane-44LP

Kourou

Communicatie

2001-052A