Bericht uit de ruimte – Nummer 24

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Op 5 december werd Neerlands tweede ruimtevaarder, de arts André Kuipers, aan de pers gepresenteerd. Kuipers zal in november 2003 een tiendaagse vlucht naar het ruimtestation ISS maken aan boord van een Russisch ruimtevaartuig. Zowel de Nederlandse regering als de Europese ruimtevaartorganisatie ESA betalen elk acht miljoen Euro voor deze vlucht. Gedurende de vlucht zal Kuipers ongeveer acht dagen in het ISS werken en diverse experimenten uitvoeren.

Inmiddels was al op 24 november de space shuttle Endeavour richting ISS gelanceerd. Belangrijkste doel was het installeren van een nieuw segment, het P1-Truss, en het aflossen van de Expeditie-5 die al sinds juni 2002 aan boord van het ruimtestation woonde. De nieuwe expeditie werd gevormd door de Amerikanen Ken Bowersox (ISS-commandant) en Don Pettit (wetenschapsofficier) en de Rus Nikolai Budarin (boordwerktuigkundige). Verder waren aan boord van de Endeavour Jim Wetherbee (shuttle commandant), Paul Lockhart (piloot), Mike Lopez-Alegria en John Herrington.
Twee dagen later koppelde de Endeavour aan het ISS en werden ze verwelkomd door de zittende ISS bemanning, bestaande uit de Russen Valery Korzun en Sergey Treshchev en de Amerikaanse Peggy Whitson. Nog diezelfde dag werd het ISS officieel overgedragen aan de nieuwe Expeditie-6 bemanning, en maakte de oude Expeditie-5 nu deel uit van de shuttlebemanning.
De volgende dag werd de robotarm van de Endeavour gebruikt om het 13,5 meter lange, 14 ton zware P1-Truss voorzichtig uit het vrachtruim te halen. Toen de P1-Truss uit het ruim was werd deze overgenomen door de Canadarm-2 van het ISS. Dit was de eerste keer dat een module door de ene robotarm aan een andere werd doorgegeven. De Canadarm-2 plaatste het P1-Truss tegen het bakboordsuiteinde van de in april geïnstalleerde S0-Truss aan. Daarna werden beide delen stevig met elkaar verbonden door middel van gemotoriseerde bouten. Op het zelfde moment verlieten Lopez-Alegria en Herrington de luchtsluis Quest en begonnen zij aan een 6 uur en 45 minuten durende ruimtewandeling. Het tweetal maakte diverse electrische verbindingen tussen het S0- en het P1-Truss, en maakte het CETA wagentje gereed voor gebruik.
Op 28 november gingen Lopez-Alegria en Herrington weer naar buiten. Nu installeerden ze diverse ammonia leidingen. Hierdoor kan koelmiddel tussen de drukmodules en de radiatoren op het P1-Truss circuleren. Soortgelijke radiatoren bevinden zich ook op de in oktober geïnstalleerde S1-Truss. Ook werden diverse antennes ten behoeve van de videocamera’s op de ruimtepakken van de astronauten op de Unity-module en het P1-Truss geplaatst.
Twee dagen later begonnen Lopez-Alegria en Herrington aan hun derde en laatste ruimtewandeling. Hun eerste taak was de Mobile Transporter te inspecteren. De dag ervoor was de Mobile Transporter naar het uiteinde van het P1-Truss gedirigeerd, maar het wagentje kon die locatie niet bereiken daar de rails klaarblijkelijk geblokkeerd was. De twee ruimtewandelaars vonden dat een nog opgevouwen antenne de oorzaak van alle problemen was. Nadat ze de antenne weg hadden gehaald kon de Mobile Transporter zijn reis voortzetten. De vluchtleiders besloten de Mobile Transporter aan het uiteinde van het P1-Truss te laten staan, om de ruimtewandeling niet onnodig lang te maken. Vervolgens richtten het tweetal hun aandacht op het afmaken van de installatie van de ammonialeiding. Deze laatste ruimtewandeling duurde zeven uur.
Op 2 december zaten de gezamenlijke activiteiten van de shuttle- en de ISS-bemanning erop en werd de Endeavour ontkoppeld. De shuttle maakte een inspectierondje om het ruimtestation en verwijderde zich vervolgens tot een veilige afstand. Later die dag zette de bemanning van de Endeavour twee minisatellietjes uit die door middel van een lijn (tether) met elkaar verbonden waren. Het experiment met de twee minisatellietjes was MEPSI genoemd.
Op 4 december had de Endeavour moeten landen op het Kennedy Space Center in Florida maar de ijzige storm die de oostkust van de Verenigde Staten teisterde gooide roet in het eten. Ook op 5 en 6 december kon de landing niet doorgaan en bleef de Endeavour in de ruimte. Dit was de eerste keer in het shuttleprogramma dat een landing op drie achtereenvolgende dagen moest worden afgelast. In de avond van 7 december zal men proberen te landen in Florida. Mocht het weer daar niet meewerken dan zal uitgeweken worden naar Edwards Air Force Base aan de westkust van de VS.

Kunstmanen en satellieten

Op 20 november kwamen jaren van voorbereidingen tot een einde met de lancering van de eerste Delta-4 raket van Boeing. Net als Lockheed Martin’s Atlas-5 was deze draagraket ontwikkeld onder een programma gesubsidieerd door de Amerikaanse Defensie. Maar dat wilde niet zeggen dat de raket alleen voor militaire doeleinden gebruikt zal gaan worden. De eerste Delta-4 had namelijk als doel de communicatie Eutelsat-W5 te lanceren. 37 minuten na de start kwam de Eutelsat-W5 in de geplance geostationaire overgangsbaan met als hoogte punt 35924 kilometer. Later zou de satelliet zijn eigen motor gebruiken om haar geostationaire positie op 70,5 graden Oosterlengte te bereiken. Eutelsat-W5 is gebouwd door Alcatel.

Astra-1K, met 5200 kilogram de zwaarste communicatiesatelliet ooit in Europa gebouwd, werd op 25 november door een Proton-K vanaf Baykonur gelanceerd. De vierde trap en de kunstmaan kwamen volgens plan in een parkeerbaan op 175 kilometer hoogte. Maar toen de motor van de vierde trap voor de tweede maal moest worden ontstoken om de satelliet in de gewenste geostationaire overgangsbaan te brengen, weigerde deze dienst en bleef de combinatie in haar lage nutteloze baan. Kort daarna werd de Astra-1K van de vierde trap losgekoppeld en verhoogde zij haar baan iets zodat ze minder snel in de dampkring zou terugkeren. De eigenaren van de satelliet hopen zo de terugkeer beter te kunnen plannen om te voorkomen dat delen van de kunstmaan schade op de grond kunnen aanrichten. De vierde trap verbrandde toen deze op 28 november een ongecontroleerde terugkeer in de atmosfeer maakte. Astra-1K is gebouwd door Alcatel in Frankrijk en zou gebruikt worden door SES in Luxemburg. SES verzorgt televisieuitzendingen, waaronder ook diverse commerciële Nederlandstalige televisiezenders.

Op 28 november zou de Ariane-5 met twee communicatiesatellieten gelanceerd worden toen de lancering enkele seconden voor de geplande start afgeblazen werd. De grondcomputer die het aftellen regelde, had namelijk geen signaal ontvangen dat de zogenaamde “sparklers” aan de voet van de raket waren ontstoken, en zodoende werd het aftellen gestaakt. Deze “sparklers” verbranden waterstofgas dat zich al voor de ontsteking van de hoofdmotor zou kunnen hebben opgebouwd, om zodoende beschadiging van de motor te voorkomen als deze gestart wordt. Inmiddels heeft Arianespace die de vlucht verzorgt, in overleg met de klant 11 december aangewezen als nieuwe lanceerdatum.

Drie kleine satellietjes, Alsat-1, Mozhaets en Rubin-3-DSI, werden op 28 november door een enkele Kosmos-3M raket in de ruimte gebracht. De lancering vond plaats vanaf de basis Plesetsk in Noord-Rusland. De drie kunstmanen kwamen in een baan tussen 681 en 742 kilometer boven het aardoppervlak, terwijl de hoek met de evenaar 98,2 graden bedroeg.
Alsat-1 is een minisatelliet met een massa van 90 kilogram, en is gebouwd door het Britse Surrey Satellite Technology voor Algerije. Deze eerste Algerijnse satelliet zal ondersteuning bieden bij rampenbestrijding door de getroffen gebieden te fotograferen.
De 64 kilogram wegende Mozhaets is gebouwd door NPO Prikladnoi Mekhaniki in Zheleznogorsk en heeft experimenten van de militaire academie in Sint-Petersburg aan boord, waaronder een deeltjesdetector, een Glonass/GPS ontvanger en een amateur radio experiment.
Rubin-3-DSI is gebouwd door PO Polyot in Omsk (die bouwen tevens de Kosmos-3M raketten) en OHB Systems in Bremen. De satelliet met een massa van 45 kilogram had als doel het functioneren van de draagraket te registreren. Daarvoor bleef Rubin-3-DSI na de lancering niet van de bovenste trap van de draagraket losgemaakt.

De communicatiesatelliet TDRS-J werd op 5 december door een Atlas-2A van Lockheed Martin gelanceerd. Dertig minuten na de lancering kwam de door Boeing gebouwde kunstmaan in een geostationaire overgangsbaan terecht. Uiteindelijk zal de TDRS-J een geostationaire positie op 150 graden Westerlengte bereiken. Als de satelliet door Boeing uitvoerig getest is, dan zal deze aan NASA worden overgedragen, die de operationele kunstmaan vanaf dat moment TDRS-10 zal gaan noemen. De TDRS satellieten worden gebruikt voor telemetrie- en datatransmissies tussen shuttles, het ISS en diverse wetenschappelijke satellieten zoals de Hubble ruimtetelescoop.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
30 Okt 03:11 Soyuz TMA-1 Soyuz-FG Baykonur Bemand 2002-050A
20 Nov 22:39 Eutelsat-W5 Delta-4 Cape Canaveral Communicatie 2002-051A
24 Nov 00:49 Endeavour STS-113
P1-Truss
Shuttle KSC Ruimteveer
Module
2002-052A
25 Nov 23:04 Astra-1K Proton-K Baykonur Communicatie 2002-053A
28 Nov 06:07 Alsat-1
Mozhaets
Rubin-3-DSI
Kosmos-3M Plesetsk Aardobservatie
Technologie
Technologie
2002-054A
2002-054B
2002-054C
2 Dec 22:05 MEPSI Endeavour Technologie 2002-052B
5 Dec 02:42 TDRS-J Atlas-2A Cape Canaveral Communicatie 2002-055A

Bericht uit de ruimte – Nummer 23

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Op 30 oktober om 3:11 uur GMT werd vanaf de Russische basis Baykonur in Kazachstan het ruimteschip Soyuz TMA-1 gelanceerd. Aan boord van de Soyuz TMA-1 waren de Russen Sergei Zalyotin en Valentinovich Lonchakov en de Belg Frank de Winne. Negen minuten later kwam de Soyuz TMA-1 in een baan om de aarde tussen 202 en 259 kilometer hoogte. De hoek met de evenaar bedroeg 51,6 graden en de omlooptijd 88,8 minuten. De twee daaropvolgende dagen voerde de bemanning van de Soyuz TMA-1 verschillende koerscorrecties uit om het ISS te benaderen dat zich op dat moment in een baan tussen 421 en 389 kilometer boven het aardoppervlak bevond. Hoofddoel van de missie was om de oudere Soyuz TM-34 uit te wisselen die al sinds april aan het ruimtestation gekoppeld zit.

De Soyuz-TMA is een licht aangepaste versie van de Soyuz-TM capsule zoals die sinds 1986 werd gebruikt. Zo heeft de Soyuz-TMA een licht gewijzigd interieur waardoor langere personen in de capsule kunnen plaatsnemen. Dit was een noodzakelijke aanpassing omdat de Soyuz capsule als reddingsboot fungeert voor de internationale bemanning van het ISS, en de gemiddelde Amerikaan is immers net iets forser als zijn Russische collega. Ook werd het instrumentenpaneel vernieuwd en het remsysteem opgewaardeerd om de schok bij de parachutelanding op de Kazachse steppebodem te reduceren.

De Soyuz TMA-1 koppelde op 1 november om 5:01 uur GMT langs automatische weg aan de Pirs module van het ISS. Korte tijd later zwaaiden de luiken open en werden de drie gasten verwelkomd door de zittende ISS bemanning, bestaande uit de Russen Valery Korzun en Sergey Treshchev en de Amerikaanse Peggy Whitson. Zij vormen samen de Expeditie-5 die al sinds juni aan boord van het ruimtestation wonen. Frank de Winne zou zich gedurende zijn verblijf voornamelijk met het uitvoeren van de diverse experimenten bezighouden. In totaal werden er drieëntwintig experimenten uitgevoerd in het kader van het Odissea programma, waarvan er vier in de Microgravity Science Glovebox in de Destiny laboratoriummodule plaatsvonden.

Op zaterdag 9 november zaten de gezamenlijke werkzaamheden erop en namen de twee bemanningen afscheid van elkaar. Zalyotin, Lonchakov en De Winne namen plaats in de oude Soyuz TM-34, die aan de Zarya module gekoppeld zat, en de luiken werden gesloten. Om 20:44 uur GMT vond de ontkoppeling plaats en vervolgens verwijderde de Soyuz TM-34 zich tot enkele kilometers van het ISS. De Soyuz TM-34 maakte een geslaagde parachutelanding in Kazachstan om 00:04 uur GMT op 10 november.

Op het moment van het vertrek van de Soyuz TM-34 bevond het ISS zich in een baan met als minimale hoogte 384 en als maximale hoogte 418 kilometer boven het aardoppervlak. De hoek met de evenaar bedroeg 51,6 graden en het complex had een massa van 165,9 ton.

De lancering van de shuttle Endeavour voor missie STS-113, het laatste bezoek voor de zittende Expeditie-5, is uitgesteld in verband met een lekkende leiding die de bemanning van zuurstof moet voorzien. Naar het er nu naar uitziet zal de lancering op zaterdag 23 november plaatsvinden.

Het zonnestelsel in

De Amerikaanse ruimtesonde Stardust passeerde op 2 november de planetoïde 5535 Annefrank. De kortste nadering vond plaats om 4:50 uur GMT op een afstand van 3.300 kilometer. Annefrank is onregelmatig gevormd met een gemiddelde diameter van 4 kilometer. Stardust is nu op weg naar de komeet 81/P Wild 2, welke het op 2 januari 2004 zal passeren. Een capsule met de door Stardust verzamelde stofdeeltjes zal in januari 2006 een parachutelanding maken in Utah.

Galileo, al sinds december 1995 in een baan om Jupiter, passeerde op 5 november om 6:19 uur GMT het maantje Almathea op een hoogte van 160 kilometer. Een uur later bereikte Galileo de kortste afstand tot Jupiter gedurende deze omloop, namelijk 71.400 kilometer boven de wolkentoppen. Kort daarvoor had de computer van de sonde zichzelf al in een zogenaamde veilige modus gezet, en werden er geen metingen meer verricht. Wetenschappers hadden dit al verwacht omdat Galileo nog niet eerder zo diep de stralingsgordels van Jupiter was binnengedrongen, en de sonde had al meer dan vier keer zoveel straling gedurende de missie te verwerken gekregen als waar zij oorspronkelijk voor ontworpen was. De vluchtleiders hopen de komende twee maanden Galileo weer te kunnen activeren om tenminste de waarnemingen van Almathea over te kunnen zenden. Almathea bevindt zich dichter bij Jupiter dan de vier grote Galiaanse manen, en heeft een onregelmatige vorm met een gemiddelde doorsnede van 270 kilometer. Galileo is nu aan zijn laatste omloop om Jupiter begonnen. Op 21 september 2003 zal de sonde zijn vurig einde vinden in de dampkring van de reuzenplaneet. Hiermee hopen wetenschappers te voorkomen dat Galileo in de toekomst een mogelijke biosfeer op de maan Europa kan verontreinigen.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
7 Okt 19:46 Atlantis STS-112
S1-Truss
Shuttle Kennedy Space Center Ruimteveer
Module
2002-047A
15 Okt 18:20 Foton-M Soyuz-U Plesetsk Wetenschap Mislukt
17 Okt 04:41 Integral Proton-K Baykonur Wetenschap 2002-048A
27 Okt 03:17 Zi Yuan-2 LZ-4B Taiyun Aardobservatie 2002-049A
30 Okt 03:11 Soyuz TMA-1 Soyuz-FG Baykonur Bemand 2002-050A

Bericht uit de ruimte – Nummer 22

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Op 7 oktober werd de space shuttle Atlantis gelanceerd voor missie STS-112. Aan boord waren de astronauten Jeff Ashby (commandant), Pamela Melroy (piloot), Sandy Magnus, Piers Sellers, David Wolf en de Rus Fyodor Yurchikhin. Twee dagen na de lancering koppelde de Atlantis aan het International Space Station, alwaar ze verwelkomd werden door de Expeditie-5 bemanning.

Belangrijkste taak van de Atlantis bemanning was het installeren van het S1-Truss element. S1 is een deel van wat uiteindelijk de grote dwarsbalk met de zonnepanelen zal worden, en is 13,5 meter lang en weegt 15 ton. Op 10 oktober werd de S1-Truss uit het vrachtruim van de Atlantis gehaald en aan de stuurboordszijde van de in april geïnstalleerde S0-Center Truss gekoppeld. Kort daarna verlieten Dave Wolf en Piers Sellers de Quest luchtsluis voor de eerste ruimtewandeling. Tijdens het 7 uur durende uitstapje brachten ze electrische, data en koelleidingverbindingen tot stand tussen het S1 en het S0 Truss.

Op 12 oktober maakten Wolf and Sellers hun tweede ruimtewandeling. Ze maakten de koelverbindingen verder af en installeerden een externe camera. Ook werd het handkarretje CETA op de rails geïnstalleerd. In de toekomst zullen astronauten de CETA gebruiken om zichzelf en apparatuur snel en veilig langs de grote dwarsbalk te verplaatsen.

Twee dagen later vond de derde en laatste ruimtewandeling plaats. Nu verwijderden Wolf en Sellers enkele steunen die de S1 tijdens de lancering op zijn plaats in het vrachtruim van de shuttle hadden gehouden. Ook werd er een koelpomp geïnstalleerd. Eerder die dag was een van de drie radiatoren die op de S1-Truss zijn ondergebracht ontplooid tot zijn volle lengte van 22 meter. Vanaf volgend jaar zullen in totaal zes van die radiatoren de koeling van het Amerikaans/Japans/Europese deel van het ruimtestation voor hun rekening nemen.

Op 16 oktober zaten de gezamelijke activiteiten van de shuttle bemanning en de Expeditie-5 erop, en ontkoppelde de Atlantis zich van het ruimtestation. Het ISS had op dat moment een massa van 166.118 kilogram, een lengte van 51 meter (van Zvezda tot de PMA-2 adapter aan Destiny), een breedte van 72 meter gemeten over de zonnepanelen en een hoogte van 27 meter.

Twee dagen later landde de Atlantis op de verharde baan van het Kennedy Space Center in Florida.

Kunstmanen en satellieten

Op 15 oktober mislukte de lancering van de Foton-M satelliet. De draagraket, de Soyuz-U, werd vanaf de basis Plesetsk in Noord-Rusland gelanceerd, maar al enkele seconden na de start ging het mis. Toen brak een Block-D opduwraket weg van de centrale trap en viel terug naar het lanceerplatform alwaar het explodeerde. De Soyuz raket, met haar drie resterende opduwraketten, raakte vervolgens uit koers en begon te slingeren totdat de raket  29 seconden na de start ontplofte. De restanten van de 350 ton zware raket kwamen op enkele honderden meters van het lanceerplatform neer. Daarbij kwam een twintigjarige Russische militair om het leven. Ook ontstond door het ongeluk een korte maar hevige bosbrand.
De Soyuz raket had de 4,5 ton wegende Foton-M satelliet in een bijna polaire baan om de aarde moeten brengen. Hoewel de Foton van origine een Russische satelliet is, waren er ook 44 Europese experimenten aan boord. Na twee weken had de op de Vostok gelijkende capsule weer een parachutelanding op aarde moeten maken. De Foton-M en al haar experimenten gingen bij de mislukte lancering verloren.

De Europese astronomische satelliet Integral werd op 17 oktober door een Russische Proton raket succesvol in de ruimte gebracht. Integral is een van de zwaarste Europese satellieten tot nu toe: meer dan vier ton en vijf meter hoog. Integral zal waarnemingen gaan doen aan de gammastraling van hemellichamen en heeft daarvoor twee belangrijke instrumenten; een spectrograaf en een camera geplaatst achter een gammatelescoop. Door zijn sterk elliptische 72-uurs baan tussen 10.000 en 150.000 kilometer hoogte boven het aardoppervlak, bevindt Integral zich het merendeel van de tijd boven de Van Allen stralingsgordels waarin gammastraling niet of slecht van doordringen. Gammastraling wordt geproduceerd bij de meest energierijke processen in het heelal zoals in de centra van sterrenstelsel en zwarte gaten.

China lanceerde op 27 oktober een aardobservatiesatelliet onder de naam Zi Yuan-2. De 1,5 ton wegende kunstmaan werd door een Lange Mars-4B vanaf Taiyun in Noord-China gelanceerd. Zi Yuan-2 zal voornamelijk de natuurlijke grondstoffenvoorraad van China in kaart brengen en helpen bij rampenbestrijding. Dit is de tweede Chinese satelliet die onder de naam Zi Yuan-2 wordt gelanceerd; de eerste werd in oktober 1999 in een baan om de aarde gebracht en experts denken dat het indertijd om een meer militaire missie ging.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
6 Sep 06:44 Intelsat-906 Ariane-4 Kourou Communicatie 2002-041A
10 Sep 08:20 Kodama
USERS
H-2A Tanegashima Communicatie
Wetenschap
2002-042A
2002-042B
12 Sep 10:25 METSAT PSLV Sriharikota Meteorologie 2002-043A
18 Sep 22:04 Hispasat-1D Atlas-2AS Cape Canaveral Communicatie 2002-044A
25 Sep 16:58 Progress M1-9 Soyuz-FG Baykonur Logistiek 2002-045A
26 Sep 14:27 Nadezhda-M Kosmos-3M Plesetsk Navigatie 2002-046A
7 Okt 19:46 Atlantis STS-112
S1-Truss
Shuttle Kennedy Space Center Ruimteveer
Module
2002-047A
15 Okt 18:20 Foton-M Soyuz-U Plesetsk Wetenschap Mislukt
17 Okt 04:41 Integral Proton-K Baykonur Wetenschap 2002-048A
27 Okt 03:17 Zi Yuan-2 LZ-4B Taiyun Aardobservatie 2002-049A

Bericht uit de ruimte – Nummer 21

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Op maandag 16 september werd Peggy Whitson, die samen met de Russen Valery Korzun en Sergey Treshchev al sinds juni aan boord van het ISS verblijft, door het hoofd van NASA, Sean O’Keefe, benoemd tot Science Officer, oftewel wetenschapsofficier. O’Keefe meldde tegelijkertijd dat alle volgende expedities naar het ISS een wetenschapsofficier zullen hebben, en dat deze persoon de eindverantwoordelijkheid draagt voor alle (Amerikaanse) experimenten die aan boord van het station zullen worden uitgevoerd.

Op 29 september kondigde zich het eerste bezoek aan voor de Expeditie-5, toen de onbemande bevoorradingscapsule Progress M1-9 aan de Zvezda module van het ruimtestation koppelde. De Progress M1-9 had meer dan twee ton aan voorraden en brandstof aan boord. De drie ruimtevaarders begonnen met het overladen van de spullen naar de Zarya module. Daar werden deze spullen zolang opgeslagen, omdat het grootste deel gebruikt zal worden door de zesde expeditie.

De koppeling van de Progress M1-9 kwam enkele dagen nadat het bedrijf Energia, dat de Soyuz en Progress capsules bouwt, bekend maakte dat het geen voldoende financiële middelen had om het ISS programma langer te blijven steunen. De Russische ruimtevaartorganisatie had namelijk de rekening nog niet betaald. Energia waarschuwde dat als de situatie niet snel zal verbeteren Rusland hun aandeel in de logistieke operaties ten behoeve van het ISS niet meer zal kunnen nakomen.

De shuttle Atlantis zou op 2 oktober gelanceerd worden, maar het weer gooide roet in het eten. Terwijl op de lanceerbasis in Florida het zonnetje scheen, naderde de orkaan Lili het vluchtleidingscentrum in Houston, Texas. Houston droeg de leiding over het ISS over aan het Russische vluchtleidingscentrum in Moskou tot na de orkaan enkele dagen later gepasseerd was. Gelukkig voor de vluchtleiders had het centrum in Houston door de orkaan nagenoeg geen schade opgelopen. De lancering van de Atlantis werd vervolgens vastgesteld voor 7 oktober.

Kunstmanen en satellieten

De Spaanse communicatiesatelliet Hispasat-1D werd op 18 september door een Atlas-2AS raket gelanceerd. Achtentwintig minuten na de lancering werd de satelliet in de geplande geostationaire overgangsbaan geplaatst. Hispasat-1D gebruikte vervolgens zijn eigen motor om zijn geostationaire positie op 30 graden Westerlengte te bereiken waar de kunstmaan stil lijkt te hangen ten opzichte van de aarde. De satelliet is gebouwd door Alcatel in Frankrijk, en zal de komende vijftien jaar digitale televisie- en datatransmissies gaan verzorgen. Europa, Noord-Afrika, het Midden-Oosten en de Oostelijke rand van Noord-Amerika worden door de satelliet bestreken.

Op 26 september werd een Russische navigatiesatelliet, de Nadezhda-M, door een Kosmos-3M raket in een baan om de aarde gebracht. De lancering vond plaats vanaf de basis Plesetsk. Nadezhda-M kwam in een bijna cirkelvormige baan tussen 987 en 1.022 kilometer. De inclinatie bedroeg 83 graden. Naast navigatieapparatuur is de satelliet ook uitgerust met een transponder bedoeld voor communicatie ten behoeve van reddingsoperaties op zee en in afgelegen gebieden.

Op 4 oktober was het precies 45 jaar geleden dat de eerste kunstmaan, de Sputnik-1, door de Sovjet-Unie werd gelanceerd.

Het zonnestelsel in

Om even terug te komen op het bericht in de vorige nieuwsbrief; het object dat in een uitzonderlijk hoge baan om de aarde ontdekt was en vermoedelijk de derde trap van de Apollo-12 maanraket is. Baananalyse heeft inmiddels aangetoond dat dit object in maart 1971 uit een hoge baan om de aarde vertrokken is. Dat lijkt inderdaad een bevestiging dat het hier om de derde trap van de Apollo-12 gaat. Deze kwam na de lancering in november 1969 in een zeer ruime baan om de aarde met een periode van 43 dagen. In maart 1971, na negen of tien omlopen, passeerde de trap Lagrange-1, het punt waar de zwaartekracht van de zon en de aarde even groot zijn, en kwam vervolgens in een eigen baan om de zon. In april 2002 werd het weer ingevangen door de aarde. Omdat zijn baan iets binnen die van de aarde lag, had de derde trap 33 omlopen om de zon voltooid terwijl de aarde er 31 had gemaakt.
In juni 2003 zal de rakettrap het aarde-maan systeem weer verlaten via het Lagrange-1 punt. Waarschijnlijk zal dit object dus periodiek tussen een baan om de zon en een baan om de aarde blijven wisselen. Op de lange termijn zijn dit soort banen niet stabiel en binnen enkele millennia zal de rakettrap dan toch op de aarde of de maan te pletter slaan.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
6 Sep 06:44 Intelsat-906 Ariane-4 Kourou Communicatie 2002-041A
10 Sep 08:20 Kodama
USERS
H-2A Tanegashima Communicatie
Wetenschap
2002-042A
2002-042B
12 Sep 10:25 METSAT PSLV Sriharikota Meteorologie 2002-043A
18 Sep 22:04 Hispasat-1D Atlas-2AS Cape Canaveral Communicatie 2002-044A
25 Sep 16:58 Progress M1-9 Soyuz-FG Baykonur Logistiek 2002-045A
26 Sep 14:27 Nadezhda-M Kosmos-3M Plesetsk Navigatie 2002-046A

Bericht uit de ruimte – Nummer 20

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Het International Space Station wordt momenteel bewoond door de de Russen Valery Korzun en Sergey Treshchev en de Amerikaanse Peggy Whitson. Zij vormen samen de vijfde expeditie die langere tijd in het ruimtestation woont en zijn sinds juni van dit jaar aan boord. Na de activiteiten geassocieerd met de twee ruimtewandelingen in augustus richtte de aandacht zich nu weer op de wetenschappelijke experimenten en de huishoudelijke taken, zoals onderhoud en het uitvoeren van kleine reparaties.

De robotarm van het station, Canadarm2, werd op donderdag 5 september aan een grondige test onderworpen met het oog op de assemblagewerkzaamheden die tijdens de volgende shuttlevlucht begin oktober zullen plaatsvinden. De robotarm doorstond de test zonder problemen. Een week later werd de arm weer gebruikt, nu om de koppelingsmechanisme aan de nadir-zijde van de Unity module te bekijken. In juni was de logistieke module Leonardo daar tijdelijk vastgekoppeld aan het ruimtestation, en nadat Leonardo was teruggebracht naar de aarde werden enkele vreemde objecten in het koppelingsmechanisme aangetroffen. Vluchtleiders zullen nu proberen om aan de hand van de gemaakte opnamen te bepalen of het mechanisme op Unity niet beschadigd is.

Op vrijdag 13 september hadden Korzun, Treshchev en Whitson precies honderd dagen in de ruimte doorgebracht. Die week werd ook het eerste experiment in de MSG glovebox, SUBSA, afgerond. In dit experiment werden semi-geleidende materialen gesmolten in een transparante oven, zodat de onderzoekers beter inzicht kunnen krijgen in de processen die zich daarbij afspelen. Doel hiervan is om uiteindelijk het aantal productiedefecten van computerchips te kunnen reduceren.

Kunstmanen en satellieten

De communicatiesatelliet Intelsat-906 werd op 6 september door een Ariane-4 raket in een geostationaire overgangsbaan geplaatst. Voor deze vlucht was de Ariane-4 uitgerust met vier opduwers op vloeibare brandstof. Zoals gewoonlijk vond de lancering plaats vanaf de Europese lanceerbasis Kourou in Frans-Guyana. Dit was de 114-de lancering van de zeer succesvolle vierde generatie Ariane raketten. In totaal zijn drie Ariane-4 lanceringen mislukt; de laatste maal was in 1995 en sindsdien hebben er achtereenvolgens 72 geslaagde lanceringen plaatsgevonden. Er zijn nog twee lanceringen van een Ariane-4 raket gepland voordat de Ariane-5 definitief haar rol zal gaan overnemen.
De nuttige lading werd keurig netjes in de geplande baan tussen 200 en 35.929 kilometer hoogte geplaatst. De hoek met de evenaar (inclinatie) bedroeg 7,0 graden. Later zal de Intelsat-906 haar eigen motor gebruiken om in de cirkelvormige baan op ongeveer 36.000 kilometer hoogte te komen. Hier is de omlooptijd van de satelliet hetzelfde als die van de aarde, zodat de kunstmaan stil lijkt te hangen ten opzichte van het aardoppervlak. Intelsat-906 zal dan op 64,15 graden Oosterlengte boven de Indische Oceaan komen te hangen. De satelliet is gebouwd door Space Systems/Loral en zal voornamelijk gebruikt worden voor telefoon-, data- en televisietransmissies tussen gebruikers in Europa, Afrika, Azië en Australië.

Op dinsdag 10 september bracht de Japnse H-2A raket twee satellieten in een baan om de aarde. Allereerst werd USERS (Unmanned Space Experiment Recovery System) in een baan tussen 440 en 455 kilometer hoogte geplaatst. De hoek met de evenaar bedroeg 30,4 graden. USERS is gebouwd door het USEF consortium voor het Japanse ministerie van economische zaken. Diverse micro-zwaartekracht experimenten zijn aan boord van de kunstmaan. Na ongeveer acht maanden zal een terugkeercapsule zich van USERS losmaken om de resultaten van diverse experimenten door middel van een parachutelanding naar de aarde terug te brengen. USERS weegt 1726 kilogram.
De tweede satelliet, Kodama genaamd, is een experimentele Japanse communicatiesatelliet. Kodama, eerder ook bekend onder het acroniem DRTS, werd door de H-2A raket in een geostationaire overgangsbaan gebracht. Later zou de satelliet haar eigen motor gebruiken om in haar definitieve geostationaire positie op 90 graden Oosterlengte te komen. DRTS zal worden gebruikt voor datatransmissie en communicatie tussen verschillende satellieten. De satelliet is gebouwd door Mitsubishi.

India heeft op 12 september een eigen weersatelliet gelanceerd onder de naam METSAT. Voor de lancering werd de PSLV raket gebruikt die ook van Indiaase makelij is. De kunstmaan is blijkbaar in een geostationaire overgangsbaan terecht gekomen wat wijst op een succesvolle lancering. Er zijn door India geen details over de lancering of de satelliet bekend gemaakt.

Het zonnestelsel in

Er is onlangs een object in een uitzonderlijke hoge baan om de aarde ontdekt, welke een uitgebrande rakettrap zou kunnen zijn. Het object beweegt zich tussen ongeveer 288.000 en 825.100 kilometer van de aarde en de hoek met de evenaar bedraagt 21 graden. Het object is rond april 2002 uit zijn baan om de zon door de aarde ingevangen. Uit de baananalyse bleek dat het object uit de directe omgeving van de aarde afkomstig zou moeten zijn en eind jaren zestig of begin jaren zeventig in een baan om de zon is geraakt. Het zou dan waarschijnlijk gaan om de derde trap van de Saturnus-5 raket die in november 1969 gebruikt is om de Apollo-12 naar de maan te sturen. De Apollo-12 voerde de tweede bemande maanlanding uit. De derde trap vloog toen langs de maan en kwam in een baan om de zon terecht. Dit zou dan de eerste maal zijn dat een kunstmatig voorwerp na een reis door de interplanetaire ruimte naar de directe omgeving van de aarde terugkeert.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
21 Aug 22:05 HotBird-6 Atlas-5 Cape Canaveral Communicatie 2002-038A
22 Aug 05:15 EchoStar-8 Proton-K Baykonur Communicatie 2002-039A
28 Aug 22:45 Atlantic Bird-1
MSG-1
Ariane-5G Kourou Communicatie
Meteorologie
2002-040A
2002-040B
6 Sep 06:44 Intelsat-906 Ariane-4 Kourou Communicatie 2002-041A
10 Sep 08:20 Kodama
USERS
H-2A Tanegashima Communicatie
Wetenschap
2002-042A
2002-042B
12 Sep 10:25 METSAT PSLV Sriharikota Meteorologie 2002-043A

Bericht uit de ruimte – Nummer 19

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Halverwege augustus woonden de Russen Valery Korzun en Sergey Treshchev en de Amerikaanse Peggy Whitson al meer dan tien weken in het International Space Station. Op 16 augustus voerden Korzun en Whitson de eerste ruimtewandeling uit tijdens deze expeditie. Gedurende hun uitstapje installeerden zij zes micro- meteoriet schilden op de Zvezda woonmodule. Deze panelen waren omhoog gebracht door de shuttle Endeavour in juni en tijdelijk op de PMA-1 adapter tussen Unity en Zarya geplaatst. De twee ruimtewandelaars gebruikten de handbediende Strela kraan om de panelen langs de Zarya module naar achteren te brengen, zodat ze op de Russische woonmodule Zvezda gemonteerd konden worden. In de toekomst zullen nog zeventien van deze micro-meteoriet schilden aan Zvezda bevestigd worden. De ruimtewandeling duurde in totaal 4,5 uur.

Op 26 augustus zwaaide het luik van de Pirs weer open voor de volgende ruimtewandeling. Valery Korzun en Sergei Treshchev verbleven deze maal 5 uur en 21 minuten buiten het ruimtestation. Tijdens hun uitstapje monteerden de twee een houder met reserve onderdelen en nieuwe handrails aan de buitenkant van het ruimtestation. Ook werden de proefmaterialen van een Japans experiment, dat aan de Zvezda module bevestigd was, uitgewisseld. Korzun en Treshchev installeerden een Russisch experiment dat de effecten van de uitlaatgassen van de stuurraketten op de buitenkant van het ruimtestation zal gaan bestuderen. Tenslotte installeerden de ruimtewandelaars voordat ze weer naar binnen gingen twee antennes voor amateur radio verbindingen.

Kunstmanen en satellieten

Op 21 augustus werd het eerste exemplaar van Lockheed Martin’s nieuwe Atlas-5 raket gelanceerd. De Atlas-5 is ontwikkeld in een door de Amerikaanse defensie gesubsidieerd programma, en wordt door International Launch Services (ILS) aangeboden voor commerciële lanceringen. (ILS is een samenwerkingsverband tussen Lockheed Martin, Krunichev en RSC Energia en biedt lanceringen met zowel de Amerikaanse Atlas als de Russische Protonraket aan.) De standaard uitvoering van de Atlas-5 bestaat uit twee trappen waarvan de bovenste trap, de Centaur, al eerder op de Atlas-2 en -3 gevlogen heeft. Ook de twee motoren, de RD-180 van Russische makelij, waren al in de Atlas-3 gebruikt. Zodoende was het enige compleet nieuwe element dat nog niet eerder tijdens een raketlancering getest was, de structuur van de eerste trap met de brandstoftanks, ook wel Common Core Booster (CCB) genoemd. Hoewel dat bij deze eerste lancering niet het geval was, kunnen aan de CCB extra opduwraketten bevestigd worden om de ladingscapaciteit te vergroten.
De Atlas-5 vloog een missie volgens het boekje en 31,5 minuten na de lancering werd de lading in een geostationaire overgangsbaan geplaatst. Het ging hier om de communicatie satelliet HotBird-6 voor het in Parijs gevestigde Eutelsat. De 3990 kilogram wegende HotBird-6 is gebouwd door Alcatel, en gebaseerd op het Spacebus-3000B3 ontwerp. De satelliet zal zijn eigen motor gebruiken om in zijn definitieve geostationaire positie op 13 graden Oosterlengte te komen. Daar zal HotBird-6 televisie- en radiouitzendingen gaan verzorgen voor gebruikers op het Europese continent, Afrika en het Midden-Oosten.

Slechts zeven uur na de eerste vlucht van de Atlas-5 raket, voerde International Launch Services (ILS) een tweede lancering uit. Deze maal bracht een Proton-K vanaf de basis Baykonur in Kazachstan de communicatie satelliet EchoStar-8 in de ruimte. EchoStar-8 is gebouwd door Space Systems/Loral en zal uiteindelijk in een geostationaire baan op 110 graden Westerlengte geplaatst worden. EchoStar-8 zal televisie uitzendingen gaan verzorgen aan meer dan zeven miljoen gebruikers in de Verenigde Staten. De satelliet had bij lancering een massa van 4621 kilogram.

Alweer de dertiende lancering van een Ariane-5 vond plaats op 28 augustus. Er werden twee satellieten in een geostationaire overgangsbaan geplaatst. De eerste, Atlantic Bird-1, was een communicatie satelliet voor Eutelsat. De 2673 kilogram wegende satelliet is gebouwd door Alenia Spazio in Italië, en zal uiteindelijk in een geostationaire positie op 12,5 graden Westerlengte komen te hangen. De satelliet zal televisie, audio en multimedia verbingen tussen Europa en Amerika gaan verzorgen.
De tweede nuttige lading van de Ariane was de Europese weersatelliet Meteosat Second Generation, kortweg MSG-1 genoemd. De MSG-1 is de verbeterde versie van de Meteosat satellieten zoals die al sinds het einde van de jaren zeventig gebruikt worden. Deze nieuwe generatie Europese weersatellieten kan foto’s maken met een hogere resolutie dan haar voorgangers, en ook de doorvoersnelheid naar de grond is hoger. Verder is de kunstmaan uitgerust met infraroodsensoren, zoek- en reddingssystemen ten behoeve van reddingsacties ter land of ter zee, en een camera speciaal voor het observeren van veranderingen op de grote landmassa’s. MSG-1 zal op 0 graden Oosterlengte komen te hangen, van waaruit Europa, geheel Afrika en het Midden-Oosten overzien kunnen worden. MSG-1 woog 2016 kilogram bij de lancering en is gebouwd door Alcatel. In 2005 zal de MSG-2 gelanceerd worden en in waarschijnlijk 2009 volgt de MSG-3.

Het zonnestelsel in

Op 15 augustus verloor NASA contact met haar CONTOUR komeetsonde. CONTOUR was op 3 juli jongstleden gelanceerd en in een sterk elliptische parkeerbaan rond de aarde gebracht tussen 200 en 106.689 kilometer hoogte. Om 8:49 uur GMT had de kleine STAR-30 motor de sonde met bijna twee kilometer per seconde moeten versnellen zodat deze kon ontsnappen aan de zwaartekracht van de aarde. CONTOUR zou dan in een interplanetaire baan om de zon zijn gekomen.
De STAR-30 motor zou ontstoken worden in het laagste punt van de parkeerbaan, als de sonde zich 225 kilometer boven de Indische Oceaan zou bevinden. Vanwege de geringe hoogte was CONTOUR tijdens de raketstoot buiten het bereik van de antennes van NASA’s Deep Space Network, zodat er geen contact met de sonde mogelijk zou zijn tot drie kwartier na de manoeuvre. Helaas meldde CONTOUR zich niet op dat tijdstip, en begonnen vluchtleiders met het afzoeken van de baan waar de sonde zich zou kunnen bevinden.
Enkele dagen later fotografeerden telescopen van het Spacewatch Instituut twee objecten langs de interplanetaire baan van CONTOUR. Het lijkt er dus op dat CONTOUR erin geslaagd is zijn parkeerbaan om de aarde te verlaten, maar dat er tijdens de raketstoot of kort daarna een catastrofaal ongeluk heeft plaatsgevonden. Een mogelijke oorzaak zou het doorbranden van de uitlaat van de STAR-30 motor kunnen zijn. In november 2003 had CONTOUR de komeet 2P/Encke van dichtbij moeten passeren, gevolgd in juni 2006 door een ontmoeting met de komeet 73P/Schwassmann-Wachmann-3.

Op 20 augustus was het precies 25 jaar geleden dat de Voyager-2 sonde werd gelanceerd. De Voyager-2 vloog in de jaren zeventig en tachtig langs alle grote planeten: Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Tezamen met de manen van die planeten observeerde Voyager-2 meer dan veertig hemellichamen. Na de ontmoeting met Neptunus in augustus 1989 heeft de Voyager-2 ons zonnestelsel verlaten en vliegt de interstellaire ruimte in. Voyager-2 is nu 68 AU of net iets meer dan 10 miljard kilometer van de aarde verwijderd. Alleen de Voyager-1 is met 12,7 miljard kilometer nog verder van ons verwijderd. Voyager-1 werd op 5 september 1977 gelanceerd en vloog langs Jupiter en Saturnus.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
3 Jul 06:47 Contour Delta-2 Cape Canaveral Komeetsonde 2002-034A
5 Jul 23:22 Stellat-5
NStar-C
Ariane-5G Kourou Communicatie
Communicatie
2002-035A
2002-035B
8 Jul 06:36 Kosmos-2390
Kosmos-2391
Kosmos-3M Plesetsk Communicatie
Communicatie
2002-036A
2002-036B
25 Jul 15:13 Kosmos-2392 Proton-K Baykonur Aardobservatie 2002-037A
21 Aug 22:05 HotBird-6 Atlas-5 Cape Canaveral Communicatie 2002-038A
22 Aug 05:15 EchoStar-8 Proton-K Baykonur Communicatie 2002-039A
28 Aug 22:45 Atlantic Bird-1
MSG-1
Ariane-5G Kourou Communicatie
Meteorologie
2002-040A
2002-040B